|
|||||
|
|||||
Alternatieve landbouwgewassenAls een boer zijn teeltplan wil wijzigen, welke alternatieven heeft hij dan? Sommige landbouwers zijn op zoek naar nieuwe duurzame gewassen als alternatief voor traditionele gewassen als bijvoorbeeld tarwe. Er zijn ook alternatieve gewassen, die de laatste jaren hun intrede in Nederland hebben gedaan: TeffTeff (Eragrostis tef) is een glutenvrije graansoort en komt oorspronkelijk uit Eritrea en Ethiopië. In Nederland is het in 2001 voor het eerst ingezaaid en de resultaten waren veelbelovend. Daarom is in 2002 20 hectare rode en witte teff ingezaaid. Voor 2003 hadden zich al 150 akkerbouwers uit Noord-Nederland gemeld die teff willen gaan verbouwen, volgens Soil & Crop Improvement (S&C) In 2006 zou er 5.000 hectare van het Afrikaanse graan in de Groningse en Drentse Veenkoloniën staan. Het saldo van teff zou, rekening houdend met de MacSharrypremie voor granen, vergelijkbaar zijn met het saldo van de suikerbietenteelt. Akkerbouwers die teff willen telen zouden moeten mee-investeren in onderzoek en verwerking van het gewas. Het meel van teff is glutenvrij en dus zeer geschikt voor mensen met een glutenintolerantie. Verder blijkt uit onderzoek dat onder teff-eters nauwelijks bloedarmoede voorkomt. Dat komt door het hoge ijzergehalte in teff. Andere websites:
VezelhennepIn 2001 werd in Nederland op 1.000 hectare industriële hennep of vezelhennep geteeld (Cannabis, een neefje van de plant waarvan marihuana of wiet wordt gewonnen, louter voor de vezels geteeld. In 2002 was het areaal 2.700 en in 2003 vermoedelijk 3.500 hectare. Vezelhennep kost de teler weinig tijd, omdat de verwerker of loonwerker, op het zaaien na, al het werk doet. Het gewas heeft genoeg aan een basisbemesting in het voorjaar en is niet gevoelig voor ziekten en plagen. Onkruid krijgt geen kans door de snelle en massale beginontwikkeling van het gewas. Het maaien en oogsten wordt door de verwerker of loonwerker gedaan. De houtkern van vezelhennep wordt verwerkt tot een hoogwaardig dierstrooisel dat zeer geschikt is voor de paardenstal. Bouwmaterialen van vezelhennep zoals isolatiemateriaal, sierpleister, kozijnen, en deuren zijn in ontwikkeling. Moderne designproducten uit een houtvormpers werden op bestelling geproduceerd. De bastvezel wordt verwerkt tot grondstof voor de papierindustrie en textielindustrie. Dit bood de papier- en textielindustrie nieuwe mogelijkheden. Maatschap Krabben-Renken in het Groningse Vriescheloo heeft in 2002 het hele areaal zomertarwe van 90 hectare ingewisseld voor vezelhennep. Bij een opbrengst van ruim 9 ton per hectare, ongeveer 2 ton meer dan het seizoensgemiddelde, kwam het saldo uit op ongeveer € 1.100 per hectare. Dat is ruim € 100 hoger dan het saldo van zomertarwe, aldus maatschap Krabben-Renken. Andere websites:
MeekrapMeekrap (Rubia tinctorum) is een landbouwgewas dat geteeld wordt voor de wortels. Deze bevatten een rode kleurstof die bijzonder geschikt is voor het verven van textiel en leer. Het gewas werd van oudsher verbouwd in het zuidwesten van Nederland, vooral in de provincie Zeeland en in het bijzonder op Schouwen-Duiveland. In Nederland is het areaal nu ongeveer 10 hectare, maar dat kan op korte termijn 75 worden, meent Ton Capelle van de coöperatie Rubia die teelt en verwerking regelt. Er moet wel een extra verwerkingseenheid komen om de uitbreiding aan te kunnen. Gemiddeld wordt 2 ton meekrapwortel per hectare geoogst. Daaruit kan 800-1000 kilogram kleurstofextract worden gehaald als verfstof voor de textielindustrie. De afzet vindt vooral in Duitsland plaats. In 2001 ontwikkelde Dorien Derksen een milieuvriendelijke methode om de rode kleurstof alizarine uit de meekrapplant te halen: koken, vermalen, filtreren en de kleurstof laten neerslaan. Derksen promoveerde hierop aan de Wageningen Universiteit. Daarmee wordt de teelt milieuvriendelijker dan de synthetische productie. Het onderzoek werd gefinancierd door een bv van Groningse aardappelboeren die de opschaling naar industriële productie van meekrap wilden onderzoeken. Andere websites:
SpeltSpelttarwe (Triticum spelta) behoort tot de oudste graansoorten die de mensheid kent. Het is waarschijnlijk ontstaan in de Bronstijd (± 1700-700 v. Chr.). In de tweede helft van de achttiende eeuw raakte spelt op de achtergrond, door de veredeling van tarwe en vanwege de extra (dure) bewerking, het pellen. De teelt van spelt is de laatste jaren weer toegenomen vanwege de goede meelkwaliteit en de gunstige smaak-, voedings- en bakeigenschappen. Sinds 1997 loopt in het Groningse Pieterburen een Spelt-project. Andere websites:
VlasDe vlasteelt (Linum usitatissimum) is in enkele landen binnen de Europese Unie, waaronder Nederland, zeer in opkomst. Het huidige areaal vlas in Nederland is 2.000 hectare. Vlas is een akkerbouwgewas dat goed groeit op de kleigronden van Nederland, België en Noord-Frankrijk. Er is vezelvlas en olievlas. Vezelvlas wordt geteeld voor de productie van linnen garens. Uit olievlas wordt lijnzaad gewonnen, waaruit lijnolie wordt geperst. De lijnolie wordt onder andere toegepast in zeep, verf en linoleum. Vlas is een éénjarig wit- of blauwbloeiende plant. In het voorjaar wordt vlas gezaaid en binnen 3 tot 4 maanden is het gewas oogstrijp. Na het trekken van het vlas laat men het vlas op de akkers dauwroten: het vlas wordt in een dunne laag op het veld uitgespreid en bij voldoende vochtigheid (regen, dauw) breken schimmels de pectine in de stengels af. Hierna wordt het vlas afgevoerd naar de vlasverwerkende bedrijven. Op deze bedrijven wordt de vezel mechanisch gescheiden van de stengel. De minder lange vezel gaat naar de textielindustrie of tegenwoordig ook naar de isolatie materialen voor de bouwindustrie. De korte vezel gebruikt men in de papierindustrie. Het zaad van de plant wordt gebruikt voor de vermeerdering en de vervaardiging van lijnolie. Aan het einde van de keten worden de stengeldeeltjes en de wortels gebruikt voor de fabricage van de vlasschevenplaat. Hiermee is 100% benutting van de vlasplant bereikt. Andere websites:
QuinoaDe quinoa (Chenopodium quinoa) is een aan de spinazie verwante plant uit de Andes in Zuid-Amerika. De plant is ongeveer 0,7-3,0 m hoog met wit-gele bloemen. Quinoa en quinoa-producten worden al duizenden jaren gebruikt door de verschillende Indiaanse bevolkingsgroepen in de Andes. De zaden worden gemalen en als brood gebruikt, of worden met behulp van bacteriën gefermenteerd tot een soort zure pap. In het huidige Bolivia wordt ongeveer 5% quinoa-meel toegevoegd aan het standaardmeel voor het bakken van brood. Op kleinere schaal wordt quinoa-meel gemengd in meel bestemd voor pasta en koekjes, met name in Peru. In de verschillende Indianentalen betekent quinoa “moeder” en ook “het graan dat groeit waar gras niet kan groeien”. Het lijkt in onverwerkte vorm op gierst en couscous. In Nederland wordt quinoa, ook wel gierstmelde genoemd, gebruikt ter afwisseling van deze graanproducten. Quinoa is overigens glutenvrij. Quinoa wordt in Nederland ook geteeld als voedergewas voor melkkoeien. Het gewas heeft een hoog eiwitgehalte met een hoogwaardige aminozuursamenstelling. Het is daarom bijzonder geschikt als veevoeder in aanvulling op maïs en gras. Het Praktijkonderzoek Veehouderij (PV) heeft in 2002 een voederproef uitgevoerd waarin de effecten van het gedeeltelijk vervangen van gras/klaverkuil door quinoa-geheleplantensilage op de voeropname, melkproductie en melksamenstelling is onderzocht. Uit de proef is gebleken dat het product goed wordt opgenomen, maar dat de voederwaarde laag is, hetgeen zich uit in een lagere melk(eiwit)productie. Toekomstig onderzoek zal volgens PV gericht moeten zijn op verbetering van het eiwitgehalte en de verteerbaarheid met behoud van de goede eigenschappen zoals een snelle gewasgroei, hoge drogestof opbrengst en een goede smakelijkheid. Andere websites:
Zonnebloemen
In 2001 is maatschap De Haan in Ingen (Gld.) begonnen met het voeren van gehakselde zonnebloemen in plaats van maïs. De belangrijkste beweegreden voor deze omslag was dat de zonnebloem (Helianthus annuus) minder zetmeel en meer vitamines en mineralen bevat dan maïs. De darmen van rundvee kunnen slecht tegen een zetmeelrijk rantsoen. De teelt van de zonnebloemen was uitbesteed aan akkerbouwers. In Nederland worden ook zonnebloemen geteeld als sierteelt. Zo verbouwd maatschap Van Vlimmeren ten noorden van Bergen op Zoom meer dan 50 hectare zonnebloemen en noemt zich daarmee de grootste (sier)zonnebloementeler van Europa. Andere websites:
Bron: AgriHolland (aangepast) |