|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roos - Rosa spec.Overzicht van deze plant
De Amerikaanse dichteres Gertrude Stein schreef, gerangschikt in een cirkel, de volgende wereldberoemde woorden: 'a rose is a rose is a rose is a rose'. Een cryptische zin die zoiets wil zeggen als: de roos verwijst naar niets anders dan zichzelf, voor eeuwig en voor altijd. Of: de roos is zo triviaal, dat je jezelf niet bijster origineel maakt door van deze 'flower for the millions' te houden. Toch is het onmogelijk haar te negeren. In een oud hindoeïstisch verhaal komt dit al naar voren. De goden Vishnu en Brahma twisten over de vraag wat nu de mooiste bloem op aarde is. Vishnu zet in op de roos, Brahma op de lotusbloem. Maar als Brahma de roos daadwerkelijk onder ogen krijgt, slaat zijn mening om als een blad aan een boom. Hij is zó onder de indruk dat hij Vishnu beloont: uit 108 grote en 1008 kleine rozenblaadjes schept hij zijn vrouw, de godin Lakshmi. De roos ontlopen is dus moeilijk. Alleen al het spoor dat ze in de geschiedenis trekt, is zo lang! Al vijfduizend jaar geleden werd ze in Azië gecultiveerd en het aantal hedendaagse variëteiten is bijna ontelbaar. In de zevende eeuw voor Christus noemde de Griekse dichteres Sappho haar al de 'koningin der bloemen'. Het is geen wonder dat er rondom zo'n oude en door velen als mooi ervaren plant zoveel verhalen, mythen en legendes bestaan. Belangrijkste soortenHet geslacht Rosa telt ongeveer 100 wilde soorten en talloze gekweekte vormen. Het zijn bladverliezende, half-groenblijvende struiken, die in de noordelijke gematigde streken groeien. De Apothekersroos (Rosa gallica var. officinalis) stamt af van de Zuideuropese soort Rosa rubra (letterlijk: 'rode roos'), en kreeg haar naam toen zij zich in de dertiende eeuw over Gallië (ruwweg: Frankrijk) verspreidde. In de veertiende eeuw namen van de kruistochten terugkerende edelen de Rosa damascena, de Roos van Damascus of Damascener Roos, mee. De Gladde Roos (Rosa laevigata) en de Rimpelroos of Japanse Bottelroos (Rosa rugosa) zijn van oosterse oorsprong. In onze streken inheems zijn o.a. de Hondsroos (Rosa canina), de Egelantier (Rosa rubiginosa), het Duinroosje (Rosa pimpinellifolia), de Bosroos (Rosa arvensis) en de Viltroos (Rosa villosa). Voor medicinale doeleinden worden vooral de Rosa damascena en de Rosa rubiginosa gekweekt. De bottels van alle wilde rozen bevatten veel vitamine C. Symbool van de liefdeVaak wordt de roos geassocieerd met het woord 'liefde'. De bron daarvoor ligt in de oud-Griekse tijd. De roos was toen een attribuut van Afrodite, de dochter van de oppergod Zeus. Ze was de godin van vruchtbaarheid, liefde en eeuwige schoonheid. Ze was zó mooi dat mensen en goden haar niet konden weerstaan. Botticelli heeft Afrodite op een bijzondere manier weergegeven op zijn wereldberoemde schilderij dat te zien is in het Uffizi-museum te Florence. Daarop zweeft Afrodite boven het water, staande op een reusachtige schelp, door de westenwinden naar de kust van het eiland Cythera geblazen. Het verhaal vertelt dat waar het 'aphros', het 'schuim van de zee', de grond raakte, er witte rozen groeiden. Botticelli laat de rozen in een zwerm om Afrodite heen dwarrelen. De rozen staan hier voor de zuivere, onschuldige liefde. Om die te beschermen slaat de natuurgodin Hora, staande aan de kustlijn van het eiland, een mantel om haar heen. Ook in verhalen rondom het bijbelse genesis-verhaal speelt de roos een symbolische rol. God verdreef de mens uit het paradijs nadat Adam en Eva van de verboden vruchten hadden gegeten. Na deze zondeval werd de mens zich bewust van het goed en het kwaad, maar ook van zijn naaktheid, en hij schaamde zich voor het eerst. De paradijselijke liefde ging over in de lichamelijke liefde. De witte roos uit de tuin van Eden, die Eva volgens een legende na de zondeval meenam, verkleurde naar rood. En rood, dat is de kleur van de begeerte en van het bloed dat bij menstruatie en geboorte vrijkomt. Uit het paradijs gedreven werd de mens zelfbewust, maar ook sterfelijk, waarmee de rode roos ook een symbool is voor de vergankelijkheid van het leven en de liefde. De roos als liefdessymbool heeft daarom een januskop: een witte zijde, verbonden met de bovenzinnelijke, goddelijke liefde en een aardse, rode kant. De Romeinen versterkten de rode kant door de liefdesrozen te verbinden met wijn. Het verhaal gaat dat Cupido, de god van de liefde, per ongeluk een glas wijn omgooide van Bacchus, de god van de wijn. En uit de plas groeide een rozenstruik. Venus en AdonisTal van legenden beschrijven het ontstaan van de witte en rode roos. Bij de Romeinen zijn dat de verhalen rondom Venus. Zij en Adonis hielden intens van elkaar, maar Mars was het daar niet mee eens en wilde Adonis doden. In haar gedrevenheid dit te voorkomen gleed Venus uit, viel in een rozenperk en verwondde haar benen. Uit het bloed groeiden rode rozen en uit haar tranen van verdriet de witte. In een ander verhaal vermengden zich de tranen van Venus met het bloed van Adonis. Ook daaruit groeide een roos. Ook in het Oosten zijn er verhalen over het ontstaan van rozen. De oude Perzen beschrijven een nachtegaal die verliefd wordt op een witte roos. Toen de vogel hoorde dat Allah de roos 'de bloem der bloemen' noemde, vloog hij erop af, omhelsde haar en werd geprikt. Uit de bloeddruppels groeiden rode rozen. Dit motief is in een modern jasje gestoken door Oscar Wilde in zijn sentimentele verhaal De nachtegaal en de roos. Romeinse decadentieVooral de Romeinen waren dol op rozen die ze kweekten in tuinen, gebruikten in gerechten, cosmetica, geneesmiddelen en die ze schilderden op fresco's. Ze zetten rozen neer bij het graf van overledenen als symbool van onsterfelijkheid. Er zijn inscripties gevonden waarin de gestorvene bidt dat zijn overblijfselen vruchtbare grond voor rozen en viooltjes mogen zijn. Tijdens de 'rosalia', een jaarlijks herdenkingsfeest rond de gestorvenen, strooiden nabestaanden rozen over de graven van hun geliefden. Met de neergang van het Romeinse rijk sloeg de decadentie toe. De ooit krachtige symbolen boetten aan waarde in, ook wat betreft de roos. Keizer Nero, die in de eerste eeuw leefde, strooide tijdens feesten rozenblaadjes over de gasten uit. Bij Napels bedekte hij er een heel strand mee. Schepen vol rozen liet hij uit Egypte komen om er zijn paleis mee te versieren en zijn lievelingstoetje was: rozenpudding. Zo'n twee eeuwen later liet keizer Heliogabalus, ter ere van zijn inauguratie, de gasten zelfs driemaal overdekken met rozenblaadjes, waarna een aantal mensen bijna stikte. VerchristelijktToen het Romeinse rijk in de vijfde eeuw ten einde liep, werden veel oude heidense symbolen op christelijke leest geschoeid. Dit gold ook voor de roos. In de behoefte aan vrouwelijke symbolen, werd de roos verbonden met Maria. Een nieuwe symboliek, maar weer met de aloude januskop: Maria, zowel symbool voor het hemelse moederschap als van een aardse bevalling. Wit en rood blijven zo nauw verbonden. Treffend komt de omvorming van het Romeinse naar het christelijke denken tot uitdrukking in het beeld van de 'hortus conclusus', de 'omsloten tuin'. De bron daarvoor ligt in de verzameling bijbelse liefdesgedichten van koning Salomo. In het Hooglied (4:12) uit hij zijn liefde voor zijn minnares: 'Mijn bruid, mijn zuster, je bent een goed gesloten tuin, een ommuurde hof, een verzegelde bron, je bent een paradijs met prachtige vruchten.' Alleen de minnaar kent de sleutel om bij haar te komen. De kerk vergeestelijkte dit verhaal door van de minnares Maria te maken. In de schilderkunst is dit thema veelvuldig uitgewerkt. Een voorbeeld is het schilderij 'Maria in de rozenhaag' van Francesco Raibolini. Maria, de 'roos van liefde', staat in haar gesloten hof die is gemarkeerd door een hek waartegen rozen groeien. In de verte, buiten de hof, ligt de stad, symbool voor de wereldlijke cultuur. Maria buigt vroom naar het kindje Jezus. De afbeelding zegt: dit is een vredige plek, een toevluchtsoord voor de ziel na de dood. Soms heet Maria in verhalen 'de tweede Eva' die het kwaad dat de 'eerste Eva' in het paradijs beging, compenseerde. Want door Christus te baren verzoende ze de mens weer met God en herstelde ze de zondeval. In de 'tweede hof van Eden' is Maria de mystieke roos, maar dan wel zónder doornen. Want, zo vertelt een oud verhaal, pas na de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs kreeg de roos haar doornen. 'Quinta essentia'Dat de roos zo'n mystieke betekenis kreeg, hangt ook samen met de bouw van haar bloem. Die is namelijk vijftallig, dat wil zeggen, ze heeft vijf kroonbladeren (dit geldt overigens niet voor de vele cultuurvormen waarin de meeldraden tot nieuwe kroonbladen zijn vervormd; sommige rozen tellen meer dan honderd kroonbladeren!). In de alchemie hechtte men bijzondere betekenis aan het getal vijf, als 'quinta essentia', de 'vijfde essentie'. Deze 'steen der wijzen' moest het mogelijk maken onedele metalen in goud om te zetten of, in overdrachtelijke zin, het innerlijk van de mens te verheffen tot een spiritueler niveau. De alchemisten zagen de ontwikkeling van de plant als een beeld voor innerlijke groei. Daardoor kon de roos, die haar groei eindigt met de vorming van een vijftallige bloem, haar bijzondere plaats krijgen. Ook in de muziek heeft de roos sporen achter gelaten. Zo schreef Praetorius in de zeventiende eeuw het prachtige en zeer bekende 'Es ist ein Ros entsprungen aus einer Wurzel zart'. De roos duidt hier op Christus die ontstaat uit een wortel. Dat laatste is opvallend. Waarschijnlijk hangt dit samen met het uiterst taaie karakter van rozenwortels die honderden jaren oud kunnen worden. Van rozen is bekend dat ze, ook na drastisch snoeien tot op de grond, steeds weer opnieuw kunnen uitlopen. Na de Renaissance veruiterlijkt de symboliek van de roos steeds meer. Vooral de esthetische waarde komt in de kunst naar voren, getuige de vele bloemstillevens met rozen in de zeventiende en achttiende eeuwse Vlaamse en Hollandse schilderkunst. 'Rozenoorlogen'De roos, het oeroude symbool van liefde, heeft zelfs in het teken gestaan van oorlog en geweld. Dit was het geval met de zogenaamde 'rozenoorlogen', een serie binnenlandse oorlogen tussen rivaliserende edellieden in het vijftiende-eeuwse Engeland. De strijd om de troonaanspraken tussen het Huis van York en dat van Tudor waren bloedig. Het eerste Huis had de witte roos als embleem, het laatste de rode roos. Uiteindelijk kwam de strijd ten einde door het samengaan van beide dynastieën. Een herinnering daaraan is het wapen van het Engelse koningshuis, waarin een kleine witte roos op een rode staat afgebeeld. Zalven en oliënDe roos mag dan omhangen zijn met verhalen, anekdotes en symbolen, ze werd ook om heel praktische redenen gekweekt. De Grieken gebruikten haar om lichamen mee te zalven. Homerus meldt in zijn heldendicht Ilias hoe het lichaam van Hektor, gedood door Achilles, met rozenolie was gebalsemd: 'Honden hielden dagen en nachten de dochter van Zeus, Afrodite, af van het lichaam, gezalfd met de rozenolie der goden.' In de Middeleeuwen werden rozen voor medicinale doeleinden gekweekt en gebruikt tegen uiteenlopende kwalen als slapeloosheid, hoofd-, oor-, kiespijn en inwendige bloedingen. Van al die toepassingen zijn er in onze tijd met name twee overgebleven: rozenbottelolie voor de huid en de geurende etherische olie uit rozenbloemblaadjes in diverse toepassingen. EgelantierHet zijn de vruchten, de rozenbottels, van de Egelantier (Rosa rubiginosa) die aan de basis staan van verzachtende en makkelijk intrekkende huidoliën. De Egelantier groeit bij ons vooral in de duinen, het rivierengebied en Zuid-Limburg. Maar ook in andere Europese landen komt hij sinds oudsher veelvuldig voor. Spaanse kolonisten namen in de zeventiende eeuw verwanten van deze rozensoort mee naar Chili om er afscheidingen van te maken tegen de inheemse bevolking. Tegenwoordig zijn het de bottels uit dit land die, na een speciaal drogingsprocédé, worden verwerkt. Door de kern van de vrucht, met name de zaadjes daarin, zacht te persen komt de olie vrij. Het overblijvende vruchtvlees is bruikbaar in ketchup, jam, wijn en elixers. Geur van rozenblaadjesEn dan de geur van de rozenblaadjes. Een legende uit het oude Perzië vertelt er al over. In het paleis van de kalief Jehangir is alles in gereedheid voor zijn huwelijk. De paleistuinen, de watertjes en fonteinen zijn overdadig versierd met rozenblaadjes. Als Jehangir met zijn aanstaande bruid rond zijn paleis loopt, ziet hij een olieachtige laag op het water drijven. De zon brandt erop en maakt de etherische oliën vrij. Ze raken bijna bedwelmd door de geur. Jehangir liet de olie van het water halen en in een fles bewaren. Ontstond zo de eerste fles etherische rozenolie? De echte geur van rozen kennen we niet goed meer. Het langdurig selecteren van rozen op kleur en houdbaarheid heeft de geur geen goed gedaan. De meeste rozenolie is afkomstig van de gecultiveerde Damascener Roos (Rosa damascena), die groeit in landen als Bulgarije, Turkije en Marokko. Tientallen kilo's rozenbloemblaadjes leveren slechts enkele grammen olie op. Daarom is rozenolie extreem duur. Toch is dit kostbare goed nog steeds in gebruik in de parfumindustrie als een onvervangbare grondstof. Want kleine hoeveelheden ervan zijn al genoeg om de geur van een parfum te verfijnen. Het bijzondere van rozenolie is ook dat ze lang houdbaar is door de etherische oliën. En wie wel eens echte rozenolie heeft geroken, weet dat ze een licht-bedwelmend, rustgevend karakter heeft. R. van der Hoeden bewerkte tekst uit Flora's Kus met toestemming van Weleda Zie ook https://www.weleda.nl/100-natuurlijk/onze-plantenwereld/onze-hoofdplanten/rosa-mosqueta |