|
|||||
|
|||||
De volksnamen van onze planten (Uittien) Angelsaksen en NedersaksenEr zijn in de Gelderse Achterhoek nog een paar volksnamen te vinden die we als relicten, bijna uitgestorven overblijfselen, kunnen beschouwen van oude Saksische stamvormen, die alleen in Engeland stand hebben weten te houden. Dat zijn henneblômen, henneblomme voor Atropa bella-donna (wolfskers) of Hyoscyamus niger (bilzekruid) en hennebèzen, hennebeze voor Solanum dulcamara (bitterzoet) aan de ene kant en henbane (Hyoscyamus niger) aan de overkant van de Noordzee; dito beerbinde voor Fallopia convolvulus (voorheen Polygonum convolvulus), de zwaluwtong, in de Graafschap en bearbind voor Convolvulus arvensis, de akkerwinde, in Engeland. De plantlore van de eerstgenopemde soorten heb ik behandeld in een artikel (Henneblômen, hennebèzen en het Angelsaksische hennebane) in "Eigen Volk" V, 1933, blz. 73-76. Voor zover het de naamsverklaring betreft, volgt het hier. 'Henne'planten: kippenvoer of kippenverderf?In de inhoud van het "Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten" door H. Heukels (1907) vindt men een hele rij van plantennamen, die samengesteld zijn met henne-. De meeste daarvan laten zich zonder moeite als kippeplanten verklaren, hetzij als kippenvoer, zoals hennemier en hennebit, waarmee de gewone vogelmuur of muur (Stellaria media) bedoeld wordt, en hennemoes, de klimopereprijs (Veronica hederifolia), twee soorten waar kippen verzot op zijn, voor zover het tenminste mogelijk is de gevoelsaffecten van kippen uit haar gedrag af te leiden, hetzij doordat ze op kippen lijken, zoals de bloemen van de helmbloem (Corydalis) of de veldlathyrus (Lathyrus pratensis). Vier soorten kan men echter niet zo gemakkelijk met kippen in verband brengen, te weten: framboos, bilzekruid, wolfskers en bitterzoet.
Henneblôme betekent doodsbloemDe onderstelling van Gallee (in een artikel in het "Tijdschrift voor Nederlandsche taal en letterkunde" XX, 1901, blz. 46-58, en XXI, 1902, blz. 34: Henne, hunne en hune en hunne samenstellingen), dat bij de drie laatstgenoemde planten (bilzekruid, wolfskers, bitterzoet) het woordje henne in henneblomme, hennebeze en henbane dood moet betekenen, net als in het woord henneklee uit de Achterhoek, wat doodskleed of lijkkleed betekent, heeft naar mijn mening alles voor en niets tegen. Alle drie planten bevatten dodelijk vergiftige alkaloïden, zoals het immers aan de Nachtschadefamilie (Solanaceae) betaamt, al is de bitterzoet, die we als kinderen in plaats van zoethout plachten te eten, blijkbaar niet zo erg gevaarlijk. Wie een overzicht van de farmacologie van die planten hebben wil, kan het in de Flora van Hegi op blz. 2551 vinden [uiteraard zijn er thans modernere bronnen die men kan raadplegen, bijvoorbeeld de "Giftige plantengids" door Marcel De Cleene, Baarn 2000]. Dat de werking van beide planten bij het volk bekend is en eeuwenlang was, behoef ik niet te betogen. Er is bijna geen volksnaam in Europa te vinden, die niet op de giftigheid betrekking heeft. De afleiding van het woord bilze(n), dat in alle Germaanse en enkele Slavische talen voorkomt, is niet geheel zeker, maar men pleegt het van een Keltische god Belenos, Bel of Biel af te leiden, die men ook vergelijkt met een oud-Germaanse dodengod Henne, door Siebs ontdekt of uitgevonden (Th. Siebs, "Beiträge zur deutschen Mythologie, I. Der Todesgott ahd. Henno Wôtan, Mercurius", in Zeitschr. f.d. Philologie, Bd. 24, 1892, blz. 144-157). Zie daarover G. Sarazin, "English henbane, Bilsenkraut", in Mitt. Der Schles. Gesell. f. Volkskunde, Bd. XIII-XIV, 1911, blz. 552-553, en H. Uittien, "De Germaansche doodengod Henne", in Eigen Volk VI, 1934, blz. 15-16. Henbane, banewort, SinphoniacaWanner men eenmaal met Gallee wil aannemen dat henneblôme 'doods'bloem betekent, ontkomt men moeilijk aan de gevolgtrekking, dat het Engelse woord henbane voor hetzelfde kruid ook iets te maken heeft met dezelfde stam henne-. De afleiding, door Prior in 1863 opgeworpen, van het Spaanse woord 'hinna' voor muilezel is wel erg onwaarschijnlijk. Aan een afleiding van het Franse hennebane of hanebane (het Frans kent ook de naam mort aux poules), dat men o.a. bij Matthiolus en Dodonaeus en in elk Frans woordenboek vindt, behoeft men ook niet te denken. Het is uit het Engels overgenomen door de kruidboeken en komt vóór 1571 niet voor. Het woord henbane is de meest gebruikte Engelse naam voor bilzekruid. Alle woordenboeken verklaren het, soms met verwijzing naar Matthiolus, als 'kippenverderf' of 'kippenvergif'. Het enigszins verouderde woord bane komt in deze zin ook voor in baneberry voor de giftige Actaea spicata, Christoffelkruid, en in banewort (deadly nightshade) voor bilzekruid of egelboterbloem (Ranunculus flammula) en andere Ranunculus-soorten (Henry Lyte, "A nievv Herball", 1578; John Gerard, "The Herball", 1597). Henbane is heel oud en komt voor als henne-bone-Jusquiamus in een drietalig woordenlijstje uit de dertiende eeuw en als hennebane-jusquiamus in een woordenlijst uit de laatste helft der vijftiende eeuw (Wright, "Dictionary of obsolete and provincial English", 1869, blz. 264; Earle, blz. 65), als henbane in Lyte, Turner (1538) en latere boeken. Daarnaast heeft men de vorm hen-bell (Gerard, 1597), die blijkens de Angelsaksische glossariën ouder is. Een handschrift uit de eerste helft van de elfde eeuw geeft Sinphoniaca, hennebelle (Wright, blz. 78; Earle, blz. 35), evenals een ander uit de tiende eeuw (Earle, blz. 11), terwijl een Apulejus-bewerking, het "Liber Medicinalis" van omstreeks 1000 vermeldt: Sinphoniaca is Haenne belle (Earle, blz. 1). Symphoniaca is in alle kruidboeken, middeleeuwse woordenlijsten en latere Franse boeken de naam voor bilzekruid. Of in deze samenstelling het woordje -bell werkelijk bel betekent, "derived from its bell-shaped capsules", zoals men algemeen aanneemt (zie J. Britten en R. Holland, "A dictionary of plant names", Londen 1878-1886), en samenhangt met een eveneens zeer oude Angelsaksische naam voor bilzekruid, namelijk 'belene' of 'beolone', of dat het laatste woord of beide iets uit te staan hebben met de boven al genoemde godheid Bel of Belenos, wil ik liever in het midden laten. Bron:
|