|
|||||
|
|||||
VerfplantenVoor het kleuren van textiel of verf zijn drie hoofdkleuren nodig: rood, blauw en geel. Vóór de komst van de synthetische kleurstoffen werden deze kleuren uit planten bereid. Heel wat planten lenen zich tot het bereiden van kleurstof (zie een overzichtje aan het eind van dit artikel), maar de voornaamste waren wel de Meekrap voor rood, de Wede en de Indigostruik voor blauw en Saffloer en Kurkuma (saffraanwortel) voor geel. Kleurstoffen zijn oplosbare organische stoffen. Daarmee verschillen ze van pigmenten, die onoplosbaar zijn (voorbeelden: oker, mangaanoxide, gips, roet). De meeste kleurstoffen worden tegenwoordig langs chemische wijze vervaardigd. Maar tot voor vrij kort geleden (ca. 1850) werd alle textiel met plantenstoffen geverfd. RoodRode kleurstof werd gewonnen uit de Meekrap (Rubia tinctorum). Het is een zeer oud gewas, van oorsprong uit Klein-Azië en het oostelijk Middellandse-Zeegebied. Gebruik van de Meekrap wordt al beschreven in de derde eeuw na Christus in Egypte en Griekenland. Katoen, gevonden in India en daterend van ca. 1760 v. Chr., is met Meekrap geverfd. In middeleeuws Europa kwam de Meekrap in veel tuinen voor: Karel de Grote had in zijn "Capitulare de Villis" opdracht tot aanplant van "warentia(m)" [de Meekrap] gegeven voor al zijn landgoederen en hoven. In de vijftiende eeuw was Nederland het belangrijkste productiegebied van de Meekrap, met veel aanplant in Zeeland. Als gevolg van de teloorgang van de Meekrapteelt is deze plant nu vrijwel verdwenen; alleen op enkele plaatsen in o.a. de Betuwe komt zij nog voor. Voor de produktie van de rode kleurstof wordt de wortelstok gebruikt. Deze wordt na drie jaar gewonnen en een jaar droog opgeslagen. Dan kan zij worden gemalen. Om bijvoorbeeld wol te verven is 25-50 gram wortelpoeder nodig per 100 gram wol. Het geeft een karakteristieke kleur. Meer informatie over de Meekrap is te vinden op de volgende websites:
BlauwBlauwe kleurstof werd gewonnen uit de Wede (Isatis tinctoria), de enige bron van natuurlijk blauw die bij ons inheems is. Bekender is de Indigostruik (Indigofera tinctoria) afkomstig uit India. Wede was al bekend in Egypte, in ieder geval rond 200 v. Chr., mogelijk zelfs al 1000 v. Chr. De produktie van kleurstof ging ongeveer als volgt: in juli worden de planten geoogst, vlak voor de bloei. De bladeren worden vochtig gemaakt en gemalen, waarna een brei ontstaat die gaat gisten. Dan worden er bollen van gedraaid die worden gedroogd en opgeslagen. Deze bollen leveren een gele kleurstof die oplosbaar is in water. Textiel werd in deze gele kleurstof geweekt. De ververij vond plaats in "urinekuipen": men gebruikte namelijk urine als "beitsmiddel", om de verf kleurecht te maken. De kleurstof hecht zich aan het textiel, dat te drogen wordt gehangen. Daarbij komt de gele kleurstof in aanraking met zuurstof uit de lucht, waardoor het verandert in onoplosbaar blauw (indigo) dat ook niet meer uit de textiel gespoeld kan worden. Vroeger werd het inweekproces op zaterdagmiddag ingezet. Men liet het geheel vervolgens tot maandagochtend staan en hing het dan op. Daardoor hadden de ververs "verplicht" vrij op maandag als de textiel droogde. Dit is de herkomst van de uitdrukking "blauwe maandag". De Wedecultuur stortte volledig in toen de Portugezen, en later de Nederlanders en Engelsen, indigo uit India naar Europa begonnen te brengen. Deze indigo is een stof uit de Indigostruik en is chemisch identiek aan de kleur van Wede. Indigo bevat echter dertig keer zoveel kleurstof en is dus goedkoper. GeelGeel kan uit veel planten gewonnen worden en was dus een in onze streken wat minder moeilijke kleur. Twee planten uit deze betrekkelijke overvloed zijn de Wouw (Reseda luteola) en de Saffloer (Carthamus tinctorius). De wouw heeft al een lange historie. Ze is bekend van vondsten van 4000 jaar geleden, waar men rond paalwoningen sporen van de Wouw (zaden) heeft aangetroffen. Het is niet zeker of dit was vanwege de gele kleurstof luteoline of vanwege de geneeskrachtige eigenschappen. De Romeinen hebben wel beschreven dat ze de plant gebruikten om textiel mee te kleuren. "Hun" Wouw had meer verfkracht dan de onze: de plant doet het beter in wat warmere klimaten, vandaar. Overzicht van enkele planten die verfkleurstof leverenRood(achtig) tot roze
Blauw(achtig) tot paars
Geel(achtig) tot oranje
Groen(achtig)
Bruin(achtig)
Zwart
Veel heemtuinen en kruidentuinen hebben een apart hoekje voor verfplanten. Twee plaatsen waar men veel kan vinden: de kruidentuin van het Openluchtmuseum te Arnhem en de Thematuin van Fort Hoofddijk, de Botanische Tuinen van de Universiteit van Utrecht. (Bronnen o.a.:
R.van der Hoeden |