Diverse artikelen
Boom opzetten over Naaldhout
Naadje van de kous, of nerfje van de plank.
Namen van naaldhout. Inleiding:
Het is een vrij algemeen voorkomend verschijnsel dat vrijwel geen gids een sluitend antwoord weet op de vraag hoe het nu precies zit met dennenhout, grenen, pitch pine, vuren en de bomen die er bij horen. Heel eerlijk gezegd: het is nu niet bepaald een van mijn sterke punten. Dat zou het eigenlijk wel moeten zijn, want ik heb nog les gehad in houtbewerking van de heer Wildenboer, een kenner bij uitstek. Ik kan het hem niet meer vragen waar het naadje van de kous nu precies zit of ik moet een seance op gaan zetten. Dus maar wat spitten in mijn archief en mogelijk dat we dan een antwoord krijgen op waar het naadje van de kous precies zit, misschien dat we beter kunnen zeggen: waar het nerfje in de plank loopt.
Het is een avondje of wat gaan kosten, maar ik werd ook een beetje uitgedaagd om eens een bijdrage te leveren aan een probeerwandeling waarvoor ik ter voorbereiding een boek moest openslaan, dat was me lang niet overkomen. Denk nu niet dat zoiets een indicatie voor arrogantie is, ik praat daarentegen graag over dingen die ik uit mijn hoofd kan reproduceren. Uit een vorm van gemakzucht, niet uit luiheid, want ik heb moeite moeten doen het in mijn hoofd te kunnen krijgen.
Ik hoop aan de uitdaging te zijn toegekomen en wat klaarheid in de wijn te hebben gebracht met de volgende uiteenzetting.
Bedektzadigen
Voor de goede orde gelijk maar de referentiebronnen voor dit epistel noemen:
- Heukels’ Flora van Nederland 23ste druk 2005 (die nu de laatste indeling hanteert de APG II)
- Nederlandse Dendrologie 6e druk 1968
- Houtvademecum 7e druk 1994
We zullen ons een beetje moeten beperken tot de algemeen en vaak voorkomende in Nederland aangeplante en als inheems beschouwde soorten, anders wordt het een schier eindeloze soorten lijst. Maar curieus komen we toch op allerlei zijsprongen.
De lijst bestaat uit naaktzadigen (gymnospermae) de eerste die we qua ontwikkeling tegenkomen is de Ginkgo biloba een boom waarvan IVN Mark en Donge gebruik maakte door het als symbool van hun 25 jarig jubileum te gebruiken en enige bladen liet verzilveren.
Moeten we gaan uitleggen waarom ik de term “Qua Ontwikkeling” gebruikte: Heel kort gezegd gaat de indelingsystematiek van het plantenrijk uit van de afstamming vanaf de primitiefste naar de meest geavanceerde en uitontwikkelde soorten. Daar zit voldoende logica in om die lijn te volgen zoals ik ook doe in mijn behandeling van kruiden. Ook in plantenstofjes kun je de ontwikkelingen van de evolutie volgen en natuurlijk ook in de zo populaire DNA structuur bepaling. Hieruit kun je bijna feilloos de ontwikkelingen en afstamming afleiden.
Ginkgo
Als gezegd de Ginkgo biloba de eerste in de rij.
Naam volgens de Nederlandse Dendrologie (B.K. Boom verder te noemen: volgens Boom) Japanse Notenboom. Een tweehuizige boom met bladeren als kleine waaiertjes. Spraakverwarring alom: in de Heukels’ komt deze niet meer voor. In de druk van 1962 wordt ze Ginkgo genoemd als Nederlandse benaming.
Nu is de naam Japanse Notenboom al een verkeerde want er is weinig Japans aan, ze komt uit voornamelijk uit China. (ook al een verkeerde naam: dat heet Rijk van Midden, China is de aanduiding van aardewerk) zelfs de naam Ginkgo is niet correct in de naamgeving. Het was de bedoeling de boom onder de locale naam in de lijsten op te nemen. Nu maakte de beschrijver een schrijffoutje en schreef niet Ginkijo als op zijn Japans maar Ginkgo, dus leven we nu op alle fronten met een verkeerde naam. Is verder niet als naaldhout te beschouwen, een echt buitenbeentje.
Chinese naam: bai gou 銀杏. Engels: Maidenhair tree, Frans: Arbre aux quarante écus, Duits: Fächerblattbaum.
Als hout zal je de Ginkgo weinig tegen komen in de handel, want ze wordt als heilig beschouwd. Ik heb de noten regelmatig gegeten, geen sinecure met chop sticks, want ze zijn erg glibberig, ze worden als medicijn aangeprezen. Verder worden extracten en concentraten van het blad bij diverse ziekten aanbevolen. Het heeft weinig zin om thee van het blad te trekken, het bevat een te lage concentratie werkzame stoffen.
De overige bedektzadigen:
Het leek een aardig idee om niet alleen de namen te noemen, maar ook een soort logica aan te brengen in de indeling van dit verhaal. Vandaar het gebruik van nummers en subnummers. Dat is ook een vorm van gemakzucht want ik kan dan op eerdere stukjes terugverwijzen en ontslaat het me van het overtypen van allerlei volksnamen. Ik ben een propagandist van het gebruik van wetenschappelijke namen, want het zijn juist de volksnamen die de verwarring veroorzaken.
klasse Coniferopsida
orde Coniferales
Oftewel: Naaldhoutgewassen
Pinaceae:
De Dennenfamilie.
Hier hebben we de bron van de namenellende:
De groep omvat de volgende voornaamste soorten:
1.1 |
Abies |
Zilverspar |
1.2 |
Pseudotsuga |
Douglasspar |
1.3 |
Tsuga |
Hemlockspar |
1.4 |
Picea |
Spar |
2 |
Larix |
Lork |
3 |
Pinus |
Den |
Als je ze zo nummert zie je vanzelf het probleem 1.1. tot 1.4. hebben als uitgang de naam -spar. Vroeger heetten de Pinaceae de Abietaceae = de Denachtigen. Dat coniferales slaat op de vrucht van de meeste naaldhoutgewassen die de vrijliggende zaden omhullen genoemd worden. (Conus=Kegel) dat vrijliggen van de zaden bezorgt de groep de naam naaktzadigen ze zitten niet echt opgesloten in de vrucht. Alleen al daarover zouden we een boompje op kunnen zetten.
Boom spreekt vervolgens bij Pinus van de naam Den of Pijn de vroegere Heukels’ hield uit een hang naar eenduidigheid of misschien wel gemakzucht consequent Boom als voorbeeld voor de sectie in de Flora over bomen.
Het oogt niet allemaal even consequent, als je de naslagwerken probeert te lezen om helderheid te krijgen kom je er niet gemakkelijk uit.
Als we nu de vertegenwoordigers van de genera (zeg maar soorten) op een rij zetten en ze consequent gaan nummeren en de variatie in namen daarbij plaatsen komen we misschien uit het drama. Let op dat dit een verzamellijst is van de diverse soorten die ik heb kunnen vinden in de diverse naslagwerken ook buiten de drie die ik noemde. De eerste Nederlandse naam genoemd is de huidige officiële naam.
We houden de APG II indeling zo veel als mogelijk aan; als leidraad de Heukels’.
1.1 |
Abies |
Zilverspar |
1.1.1 |
Abies nordmanniana |
Kaukasiche Zilverspar, was:Nordman (zilver-) Spar |
1.1.2 |
Abies grandis |
Reuzenzilverspar |
1.1.3 |
Abies alba |
Gewone Zilverspar (vroeger zilverspar de naamgever groep) |
1.1.4 |
Abies pinsapo |
Spaanse Zilverspar |
1.1.5 |
Abies veitchii |
Japanse Zilverspar |
1.1.6 |
Abies concolor |
Colorado Zilverspar |
Boom noemt er meerdere maar die zijn zeer zelden voorkomend. |
1.2 |
Pseudotsuga |
Douglasspar |
1.2.1 |
Pseudotsuga menziesii |
Douglasspar |
1.2.2 |
Pseudotsuga japonica |
Japanse Douglasspar |
1.2.3 |
Pseudotsuga sinensis |
Chinese Douglasspar |
Boom noemt de laatste 2 niet, laat staan Heukels’. Ze zijn hier vrijwel onbekend, maar het zijn geen onbekenden in de houthandel. |
1.3 |
Tsuga |
Hemlockspar |
1.3.1 |
Tsuga heterophylla |
Westelijke Hemlockspar. Scheerlingsden |
1.3.2 |
Tsuga canadensis |
Oostelijke Hemlockspar. Canadese Scheerlingsden |
Boom noemt er meerdere maar die zijn voor ons niet van belang, opmerkelijk is wel dat hij bij de vertegenwoordigers geen Nederlandse namen plaatst. |
1.4 |
Picea |
Spar |
1.4.1 |
Picea sitchensis |
Sitkaspar |
1.4.2 |
Picea omorika |
Servische Spar |
1.4.3 |
Picea abies |
Fijnspar, kerstspar, kerstboom. |
1.4.4 |
Picea pungens |
Blauwspar |
Er zijn nog vele vertegenwoordigers uit deze groep maar die zijn minder relevant. Grappig is dat hier de Picea abies als toevoeging de zilverspar als “tweede” naam heeft meegekregen, vroeger heette ze Picea excelsa. |
2 |
Larix |
Lork |
2.1 |
Larix decidua |
Europese Lork |
2.2 |
Larix kaempferi |
Goudlork |
2.3 |
Larix leptolepus |
Japanse Lork |
2.4 |
Larix sibirica |
Siberische Lork |
2.5 |
Larix occidentalis |
Westerse- of Canadese Lork |
Bij de APG II indeling zijn de lorken een beetje op een hoop geharkt, vroeger heette de Goudlork Pseudolarix kaempferi en kenden we de Larix kaempferi als Japanse Lork. Er zijn een fiks aantal bastaarden in de Lorken familie. Dat maakt het niet eenvoudiger. |
3 |
Pinus |
Den, Pijn |
3.1 |
Pinus strobus |
Weymouthden |
3.2 |
Pinus pinaster |
Zeeden |
3.3 |
Pinus nigra |
Zwarte Den |
3.3.1 |
Pinus nigra.nigra |
Oostenrijkse Den, Mast |
3.3.2 |
Pinus nigra.maritima |
Corsicaanse Den |
3.4 |
Pinus sylvestris |
Grove den |
3.5 |
Pinus mugo |
Bergden |
3.6 |
Pinus ponderosa |
Gele Den |
Als je de lijst zou vergelijken met de namen die onze Oosterburen gebruiken, dan valt meteen op dat wij vrij inconsequent met de begrippen Spar en Den omgaan, laat staan dat we het onderscheid tussen de Zilverspar en de Spar weten te maken. De aanduiding Pijn is al geheel en al een ongebruikelijke in de naamgeving hier ten lande. Terwijl dat in het buitenland zeer gebruikelijk is. Zelf betrap ik me erop dat ik de naam pijnboom wel gebruik tegen de naamregels van de Dendrologische Vereniging in. De naam Den gebruik ik in verband met het genus Abies en de naam Spar met het genus Picea in analogie met de Duitsers.
Dan wordt Abies: Tanne, Picea: Fichte, Pinus: Kiefer. In het Engels wordt Abies: Fir, Picea: Spruce en Pinus: Pine. De laatste leent voor Denappel Pineapple aan de stengel van de Ananas (comosus). Zodra we dan over de soorten van de Nieuwe Wereld spreken ja, dan gaan onze buren de draad ook een beetje verliezen. Dan wordt het wat minder duidelijk voor ze, net als voor ons. Alleen de latinisten onder ons kunnen wat preciezer aangeven welke boom ze bedoelen als ze het over deze groep hebben. Gelukkig is dat een beetje internationaal. Maar telkens weer komen de wetenschap beoefenaren bijeen voor een naamgevings congres en hebben we de poppen weer aan het dansen en worden naamswijzigingen doorgevoerd.
Moraal van dat verhaal is: Vervang je Flora en andere determinatie zaken met de regelmaat van de Dendrologische klok. Voor je het weet is het achterhaald waar het naamstelling en indelingen betreft. Bewaar ze wel want anders kun je de evolutie in de dendrologie niet meer volgen,
Nu verder met de Naaldbomen of naaktzadigen.
Cupressaceae Cipresfamilie
Deze familie nummeren we gewoon door:
4 |
Chamaecyparis |
Schijncypres, dwergcypres |
4.1 |
Chamaecyparis lawsoniana |
Californische cipres, Lawson’s Schijncipres. |
Te zien in het Mastbos te Breda
- Chamaecyparis pisifera filifera ‘Aurea’:Gouden draad- en erwtjesdragende Schijncipres, een plaagstootje onder de wetenschappelijke namen. Verder totaal niet relevant, anders dan het grapje dat de naam impliceert.
|
5 |
Thuja |
Levensboom |
5.1 |
Thuja plicata |
Reuzen Levensboom |
5.2 |
Thuja occidentalis |
Westerse Levensboom |
5.3 |
Thuja orientalis |
Oosterse Levensboom |
6 |
Juniperus |
Jeneverbes |
6.1 |
Juniperus communis |
Jeneverbes |
6.2 |
Juniperus sabina |
Sevenboom (let op! de S is geen vergissing.) |
6.1, zo wordt vaak beweerd is de enige autochtoon van de naaktzadigen, daar ben ik het niet helemaal mee eens, het is wel de naaktzadige met de langste onafgebroken aanwezigheid in Nederland. Soorten die hier lang geleden voorkwamen maar met ijstijden verdwenen zijn met succes opnieuw geïntroduceerd of teruggekeerd. De J. sabina wordt hier genoemd vanwege zijn abortieve werking. In veel gemeenten daarom verboden aan te planten |
De laatste familie in de Heukels´ is,
De Taxusfamilie, Taxaceae met als hoofdvertegenwoordiger in Nederland de:
7 |
Taxus |
Taxus |
7.1 |
Taxus baccata |
Taxus, Gewone Taxus, Venijnboom |
7.2 |
Taxus cuspidata |
Taxus, Gewone Taxus, Venijnboom |
Niet in de Heukels´ is te vinden de volgende lijst ik geef daarbij aan waar ze in de lijst kunnen worden geplaatst echter voor referentie o.a. naar hout en gebruik wordt de doorgaande nummering gebruikt.
8 |
Cephalotaxus harringtonia |
Knoptaxus |
9 |
Toreya nucifera |
Beide soorten nauw verwant aan de Taxus. |
Dan komen de volgende nummers in de systematiek. Eerder dan de nummer 1 in de lijst. Maar die lijst is zodanig opgesteld omdat zij wel genoemd worden in de Flora van Heukels’ en de volgende niet:
10 |
Metasequoia glybtostroboides |
Levend fossiel, (bekend uit de fossiele bron, teruggevonden in China in 1945 op de Bergen van Lushan waar, niet ver van het zomerverblijf van Mao, een monumentje de plaats aangeeft van de vondst, of ontdekking door een plantenjager. Zo wordt het daar gepresenteerd, maar de waarheid ligt een beetje anders, de herontdekking van 1938. De naam was door de vinder anders gesteld en was het equivalent van “ochtendgloren cypres”. Vanwege de Japanners bleef het verhaal sudderen tot in 1948 toen de vondst werd vergeleken met litteratuur aangaande fossiele vondsten. Toen bleek dat de boom al eens was beschreven en een mooie academische naam had gekregen. Regel in de Dendrologie is dat een eerdere naam met voldoende argumentatie de voorkeur verdient boven een later gegeven naam al is die ingeburgerd. Vandaar zo’n naam in plaats van: shui of shan shu. Spreek uit: Schjoewie of mag ook; Schan Schjuuh. Althans zo las mijn gastheer van die dag, Lewis Liu de naam op het monumentje voor. Moraal: vertrouw niet alle verhalen, ook het mijne niet.) |
11 |
Taxodium distichum |
Moerascipres |
12 |
Sequoiadendron giganteum |
Reuzen sequoia, de beroemde reuzen van West Amerika |
13 |
Sequoia sempervirens |
Sequoia, doet weinig onder in formaat. |
14 |
Cryptomeria japonica |
Japanse cypres, bekende bonsai. |
15 |
Sciadopitys verticillata |
Parasolden |
16 |
Aurocaria araucana |
Apenden, Slangeboom, Monkeypuzzle. |
Dan volgen de nummers 1 tot 2 van de lijst en tussen 2 en 3 vinden we
17 |
Cedrus |
Ceder |
17.1 |
Cedrus deodara |
Himalayaceder |
17.2 |
Cedrus libani |
Libanonceder |
17.3 |
Cedrus atlantica |
Atlasceder |
Tussen 5 en 6 |
Cupressus sempervirens ´Stricta´ |
Italiaanse cipres |
19 |
Cupressocyparis leylandii |
Een bastaard tussen de Schijncypres en een Cupressus. |
De na 7 genoemde soorten wilde ik u niet onthouden omdat ze vooral op oude landgoederen nog weleens voor komen en bij lusthofjes en dergelijke. U heeft nu een idee waar ze in de systematiek voorkomen.
Voor de liefhebbers de buitenlandse namen van de bomen met namen voor het hout. Bij het benoemen van het hout heb ik de als verwerpelijk aangeduide namen weggelaten. Dat zijn in het vademecum opgenomen namen die of verwarrend of als misleidend zijn aangemerkt.
1.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Scandinavischl |
Houtnamen |
Abies |
Fir |
Tanne |
Sapin |
Abete |
Ædelgran |
Dennen |
1.1.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Herkomsttaal |
Abies nordmanniana |
Caucasian fir |
Nordmann´s Tanne |
Sapin de Nordmann |
Kaukaasia nulg? |
1.1.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Herkomsttaal |
Houtnamen |
Abies grandis |
Giant Fir, Lowland Fir |
Riessen Tanne |
Sapin grande |
Lowland fir |
Dennen |
1.1.3.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Abies alba |
Silver Fir |
Edel-Tanne |
Sapin blanc |
Abete bianco |
Weiss-Tanne |
Dennen, tanne, Weisstanne, Whitewoood, Aedelgran (N,S,DK),
Abete bianco, Sapin epicéa |
1.1.4
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Abies pinsapo |
Spanish Fir |
Spanischer Tanne |
Sapin D’espagne |
Pinsapo |
Dennen. |
1.1.5
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Herkomsttaal |
Houtnamen |
Abies veitchii |
Veitch's Silver Fir |
Jap.
Tanne |
Sapin de Japon |
シラビソ of シラベ shirabiso |
Dennen, Japans dennen |
1.1.6
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Abies concolor |
White Fir |
Grautanne |
Sapin de Colorado |
Colorado White Fir |
Dennen, colorado fir. |
1.2.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Pseudotsuga |
Douglas Fir |
Douglasie |
Sapin de Douglas |
Abete di Douglas |
1.2.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Pseudotsuga menziesii |
Douglas Fir |
Douglasie |
Sapin de Douglas |
Abete di Douglas |
Douglas(in europa gekweekt) Oregon pine, handelsnaam amerikaans gekweekt, Douglas spruce, Douglasie (D), Oregon (F) Yellow Fir. |
1.2.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
|
Pseudotsuga japonica |
Jap. Douglas fir |
Jap. Douglasie |
Sapin de Douglas Japonaise |
? |
|
1.2.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
|
Pseudotsuga sinensis |
Chinese Douglas Fir, Yunnan Douglas-fir |
Chin. Douglasie |
|
1.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Tsuga |
Hemlock |
Hemlockstanne |
Sapin du Canada |
1.3.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Houtnamen |
Tsuga heterophylla |
Western hemlock |
Westliche Hemlockstanne |
Hemlock, Western hemlock, west coast hemlock, BC hemlock, Alaska pine, Canadian hemlock |
1.3.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Houtnamen |
Tsuga canadensis |
Canadian hemlock |
Kanadische Hemlockstanne |
Sapin du Canada |
Hemlock, Western hemlock, west coast hemlock, BC hemlock, Alaska pine, Canadian hemlock |
1.4
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Noors,Zweeds, deens |
Houtnamen |
Picea |
Spruce |
Fichte |
Sapin |
Picea |
Gran |
Vurenhout |
1.4.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Picea sitchensis |
Sitka Spruce,White spruce |
Sitka Fichte |
Sapin de Sitka |
? |
Sitka Spruce, Sitka spar, Sitka Fichte Vurenhout |
1.4.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Picea omorika |
Serbian spruce |
Omorikafichte |
Smrk omorika |
Vurenhout |
1.4.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Picea abies |
Norway spruce |
Rotfichte |
Epicéa commun |
Abete rosso |
Gran |
Vurenhout |
1.4.4
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Picea pungens |
Blue Spruce or Colorado Spruce |
Blauer Fichte |
Epicéa bleue |
Abete azuri |
Vurenhout |
2.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Houtnamen |
Larix |
Larch |
Lärche |
Mélèze |
Lariks, etc. |
2.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Houtnamen |
Larix decidua |
European Larch |
Lärche |
Mélèze |
Lariks, europees lariks, lorken,lerken, Lärche, (F), Larch |
2.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Larix kaempferi |
Tamarack |
Goldlärche |
? |
? |
2.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Larix leptolepus |
Japanese Larch |
J.Lärche |
M. de Japon |
? |
Lariks, japanse lariks |
2.4
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Larix sibirica |
Siberian Larch |
Sibirische Lärche |
Mélèze de Siberie |
? |
Lariks, Siberische Lariks,Eastern Larch |
2.5
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Larix occidentalis |
Hackmatack, western Larch |
Westamerikanische Lärche |
? |
? |
Amerikaans lariks |
3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Spaans |
Pinus |
pine |
Kiefer |
Pin |
Pena |
Peña, Pino / Piñón |
3.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Pinus strobus |
Weymouth pine |
Weymouth kiefer |
Pin Weymouth |
Pino strobo |
Weymouth, Strobe, White Pine, Eastern White Pine, Quebec yellow pine, pin blanc |
3.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Pinus pinaster |
cluster pine |
Strandkiefer |
Pin Maritime |
Pino Maritimo |
Frans grenen, Zeeden, Pin les Lande, Pin Maritime, Pin noir, Pino Maritimo pinastro (I), Maritime pine (UK),Seestrand Kiefer, |
3.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Spaans |
Houtnamen |
Pinus nigra |
Black Pine |
Schwarz-Kiefer |
Pin noir |
Pino nero |
Piñón |
Grenen, zwarte den |
3.4
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Spaans |
Pinus nigra.nigra |
Austrian Black Pine |
Schwarz-Kiefer |
Pin noir |
Pino nero |
Piñón |
3.5
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Pinus nigra.maritima |
Corsican (black) pine |
Swarzer Strandkiefer |
Pin noir maritime (de Corse) |
? |
3.6
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Pinus sylvestris |
Scotch pine |
Dähle,
Echte Kiefer Föhre |
Pin sylvestre
Pin-sauvage |
Pino silvestre |
Grenen, Archangel, pijnboom,grove den, Kiefer, Pin rouge&sylvestre, Swedish Redwood, Red Pine, red or yellow deal, Sosna (Rus)Furu (S) |
3.7
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
|
Pinus mugo |
Dwarf Mountain Pine |
Bergkiefer / Krummholz-Kiefer |
Pin mugho |
* |
3.8
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Pinus ponderosa |
Ponderosa pine |
Gelb-Kiefer |
Pin Jaune, pin ponderosa |
? |
Soft pine, white pine, Ponderosa pine, |
Toegevoegd:
Wetenschap |
Engels |
Houtnamen |
Pinus caribaea |
Caribbean pine |
Pitch pine |
4.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Chamaeacyparis |
False Cypress |
Scheinzypresse |
Cyprès |
4.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Houtnamen |
Chamaecyparis lawsoniana |
Lawson'scypress, Oregoncedar, Port Orford cedar |
Lawsons Scheinzypresse |
Cyprès de Lawson |
Port Orford cedar |
5.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
|
Thuja |
red cedar |
Lebensbaum |
Thuya |
? |
|
5.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Houtnamen |
Thuja plicata |
Western red cedar |
Riesen-Lebensbaum |
Thuya géant de Californie |
Western red cedar, red cedar, shinglewood, Thuja. |
5.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Thuja occidentalis |
American White Cedar |
Amerikanischer Lebensbaum |
Thuya d'Occident,
cèdre blanc |
Tuia occidentale |
American White Cedar |
5.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Thuja orientalisPlatycladus orientalis
(APG II) |
Biota / Chinese arbor-vitae |
Chinesischer Lebensbaum |
Thuya d'Orient |
Tuia orientale |
6.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Juniperus |
Juniper |
Wacholder |
Genévrier |
Coccola |
6.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Juniperus communis |
Common Juniper |
Gemeiner Wacholder |
Genévrier commun |
Coccola Di Ginepro |
6.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Juniperus sabina |
Savin Juniper or Savin |
Sefi
Sadebaum |
Genévrier sabine |
Ginepro sabino
Sabina |
7.
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Taxus |
Yew |
Eibe |
If |
Tasso |
7.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Houtnamen |
Taxus baccata |
Yew |
Eibe |
If |
Tasso comune |
Taxus, Yew, Eibe, If, Tasso. |
8
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
herkomsttaal |
Cephalotaxus harringtonia |
Plum Yew, Cowtail Pine or Japanese Plum Yew |
Säulen-Kopfeibe |
Céphalotaxus du Japon |
? |
イヌガヤ科イヌガヤ
属の常緑低木で、学名は |
9
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
herkomsttaal |
Toreya nucifera |
California Nutmeg Yew |
Kalifornische Nusseibe |
If puant du Japon |
? |
もしかして |
10
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
herkomsttaal |
Metasequioa glybtostroboides |
dawn redwood |
"Urwelt-Mammutbaum" |
Metasequioa |
? |
水杉属 shui shan shu |
11
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Taxodium distichum |
Bald Cypress , Swamp cypress |
Sumpfzypresse |
cyprès chauve |
cipresso delle paludi |
12
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Herkomstnaam |
Houtnamen |
Sequoiadendron giganteum |
Sierra Redwood, Wellingtonia or Big Tree) |
Riesen-mammut-baum |
séquoia géant |
Wawona, Toos-pung-ish et Hea-mi-withic, |
Redwood, humboldt redwood, coast Redwood. Vavona (wortelhout) |
13
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Sequioa sempervirens |
California redwood , coast redwood |
Küsten-Mammutbaum , Küsten-Sequoie |
Sequioa |
14
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Cryptomeria japonica |
cryptomeria |
Japanische Cryptomeria |
Cryptomerie de japon |
Liusan, san sugi (PRC) |
Sugi, cryptomeria, etc. |
15
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Herkomstnaam |
Sciadopitys verticillata |
Umbrella Pine |
Schirmtanne |
Pin parasol du Japon, |
Koyamaki, コウヤマキ |
16
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Aurocaria araucana |
? |
Aurokarie |
? |
|
|
Aurocaria angustifolia |
Parana Pine |
Aurokarie |
Pin de Parana |
Pinhiero do Brasil |
Parana pine |
17
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Cedrus |
Cedar |
Zedern |
Cèdre |
17.1
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Cedrus deodara |
Deodar Cedar, Himalayan cedar |
Himalaya-Zeder |
Cèdre de l'Himalaya |
17.2
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Cedrus libani |
Lebanon Cedar |
Libanon-Zeder |
Cèdre de Liban |
17.3
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Cedrus atlantica |
Atlas cedar |
Atlaszeder |
cèdre de l'Atlas |
18
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
Italiaans |
Herkomsttaal |
Cupressus sempervirens |
Italian Cypress, Mediterranean Cypress |
Italienische Zypresse |
Cyprès méditerranéen |
Cipresso comune |
Cipresso comune |
19
Wetenschap |
Engels |
Duits |
Frans |
herkomsttaal |
Cupressocyparis leylandii |
Leyland Cypress |
Leyland-Zypresse |
cyprès de Leyland |
レイランディー |
Buitenbeentjes:
Wetenschap |
Opmerking: |
Houtnamen |
Cedrola odorata |
Loofhout!! |
Ceder, cedrela (D), Tabascoceder, Cigarbox cedar, Cedre acajou, Cedro (S) Aziatisch ceder |
Wetenschap |
Engels |
Houtnamen |
Calocedrus decurrens
Naaldhout, syn.Libocedrus. verwant aan Cedrus 17 |
Incense cedar |
Incense cedar, pencil cedar, Californische incense cedar, california post cedar. |
Wetenschap |
Engels |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Agathis dammara |
Agathis, |
Kauri, menghilan (Saba) agathis. |
Kauri, Damar, puthi, damar,bindang |
Wetenschap |
Engels |
Duits |
herkomsttaal |
Houtnamen |
Juniperus procera
Hoort bij 6 |
cedar |
Bleistift Zeder |
mutarakwa |
Potlood ceder, afrikaanse potloodceder, african pencil cedar. |
Let erop dat meestal de officiële houtnaam de locale naam van herkomst is of wat hier ten lande gebruikelijk als naam wordt opgegeven. Ook kunnen aberraties (afwijkingen in de logica) voorkomen uit “marketing overwegingen”, maar dat was u al opgevallen.
Nu hebben we een beetje overzicht gekregen in de belangrijkste naaktzadigen met de grootste groep: de naaldhout soorten.
Dit overzicht is in absolute zin beperkt, ik zie het dan ook als een vingeroefening voor het onderdeel in mijn schrijfwerk over het gebruik van planten. Ik heb de bijzonderheden over de specifieke eigenschappen niet genoteerd in dit schrijven. Maar misschien komen we er later uitgebreid op terug.
Als u bij lezing lacunes tegenkomt dan verneem ik dat graag van u.
Groene groet
Breda september 2008
P.Munnik
Plantaardigheden.nu - Vragen en antwoorden en discussie
^Naar het begin van deze pagina
|
|