Beginpagina van Plantaardigheden.nl

 

 

Actuele toepassingen van planten

Plantaardigheden.nl
Artikelen over planten
Sitemap

Leesmaar.nl
Dodoens en meer bijzondere boeken

Leeswerk.nl
Artsenijgewassen
Flora Batava

Krachtigeplanten.nl
A modern herbal: 100 medicinale planten
Massachusetts Institute of Technology

Diverse artikelen

Winterlinde (Tilia cordata Mill)

Overzicht van deze plant

Tilia cordata - Winterlinde

Foto Martin Stevens

Foto Martin Stevens

Foto Martin Stevens

Zie alle foto's van Bioweb Plantengids

Grotere foto in Bioweb Plantengids

Grotere foto in Bioweb Plantengids

Grotere foto in Bioweb Plantengids

Grotere foto in Bioweb Plantengids

Grotere foto in Bioweb Plantengids

Tilia mas, Lindeboom manneken (manneken van den Linden, Ypelijne)  ("onvruchtbaer")

  • 1644 Vlaams: Linde, Lindenboom Manneken
  • 1616 Latijn: Tilia mas [838]
  • 1554/1557: Hestre, Linde, Lindeboom, Linden, Lindenbaum, Tilia, Tilia mas, Tillet, Tilleu, Tilleu masle, Ypelijne

Overzicht Tilia cordata op deze site

Alle foto's van Tilia cordata op internet

Tilia cordata bij Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ

Tilia cordata in Plantago PlantIndex

Cruijdeboeck 1554

Van Lindeboom

Cruydt-Boeck 1644

Van Linden-boom 

Artsenijgewassen 1800

Europische lindeboom - Tilia europaea

Flora Batava 1889

Tilia parvifolia - Linde

Synoniemen: kleinbladige linde of steenlinde (T. ulmifolia Scop., T.parvitiora Hayne)
Geïnspireerd door een bijenboom

   Na een lange fietstocht over de Kalmthoutse heide op 23 juni 2002 was het tijd om even uit te rusten onder een oude lindeboom. Het was zo rond de klok van zessen en nog altijd deed het weer een beetje broeierig aan. De lucht was gevuld met een heerlijke zoete geur. Boven in de majestueuze oude boom gonsde het van de bijen die ijverig op zoek waren naar voedsel in de vorm van nectar en stuifmeel. De reuk, het gegons en de schoonheid van al die duizenden bijen deden me even verstillen. De positieve sfeer voelde ik in elke vezel van mijn lichaam. Ik keek omhoog en kon het niet laten wat lindebloesem en enkele hartvormige blaadjes af te plukken om ze te bewonderen. Opeens wist ik dat dit de eerste boom zou worden waarover ik op www.plantaardigheden.nl  wilde gaan schrijven.: "De winterlinde". Deze voor ons land inheemse boom met haar lange geschiedenis is niet alleen toepasbaar als drachtplant voor bijen maar werd en wordt ook voor talloze andere doeleinden gebruikt. Kortom spraakwater genoeg…

Foto Martin Stevens

De winterlinde  herkennen door goed waarnemen

   Om de winterlinde niet te verwarren met andere soorten als zomerlinde en Hollandse linde moet je niet alleen je ogen goed de kost geven maar ook je gevoel. Tenminste dat is mijn ondervinding. Anders dan de meeste andere soorten planten heeft deze boom namelijk geen afweer tegen stuifmeel van een lindeboom van geheel andere soort. Hierdoor kunnen makkelijk levensvatbare bastaarden ontstaan.met weer andere kenmerken dan de oudersoorten. Voor mij zijn het blad en vruchten het belangrijkst. Zo is de Hollandse linde, die zo vaak voor oude boerderijen staat aangeplant, een kruising tussen de winterlinde en de zomerlinde. in Oost Europa lukt het de Hollandse linde zelfs tot voortplanting komen. De winterlinde bloeit enkele weken later dan de zomerlinde en wordt ook wel steenlinde of kleinbladige linde genoemd vanwege het relatief kleinere blad t.o.v. de zomerlinde of grootbladige linde.

Het blad

   Vooral de onderzijde van de veelal hartvormige zomerbladeren (cordata betekent hartvorm) zijn belangrijk voor de determinatie. in de oksels van de nerven zie je opvallende haarbosjes. Let vooral op de opvallende roestbruine kleur van deze haren en de flets blauwgroene onderzijde van het blad. (De haardosjes zijn eigelijk de schuilplaatsen van roofmijten). Neem het blad tussen duim en wijsvinger en voel dat de nerfjes gelegen aan de kale onderzijde tussen de zijnerven er niet duidelijk uitspringen als een regelmatig laddertje.
De bladeren zijn over het algemeen kleiner dan die van de Hollandse en zomerlinde vandaar dat deze boom ook wel de kleinbladige linde wordt genoemd.

   Tip: Neem geen bladeren van waterloten die je vaak bij de winterlinde onderaan de stam ziet ontspruiten. Deze hebben vaak afwijkende kenmerken.

Foto Martin Stevens

De vrucht

   Ook de vruchten moet je eerst goed bekijken en voelen. Ze zijn nauwelijks of niet geribd. Ze voelen viltig aan en wat heel kenmerkend is, je kunt ze gewoon samenknijpen, zo dun is de vruchtwand.

Enkele waarnemingen

   Als ik een aantal vruchten van de winterlinde samenknijp merk ik dat slechts enkele vruchten 1 à 2 harde zaadjes of nootjes bevatten. Veel vruchten blijken echter loos. ik verwacht dat bestuiving door bloemvaste bijen kan lijden tot een betere zaadzetting maar onderzoeksgegevens hierover zijn mij niet bekend. De vruchten staan zoals bij andere lindesoorten in bijschermen en zijn voorzien van een langwerpig perkamentachtig schutblad of vruchtblad. Deze heten de vliegorganen te zijn voor de rijpe vruchtschermen. ik heb echter gezien dat de schermen al draaiend naar beneden vallen maar gewoon in de buurt van de boom op de grond vallen. ik verwacht dat ze hooguit het neerkomen van de relatief zware schermen wat vertragen. Mogelijk spelen de schutbladen een rol bij het aanlokken van insecten.

Wetenschappelijk onderzoek naar dode hommels en andere bijen onder de winterlinde

   Onder een winterlinde en een Hollandse linde nabij onze basisschool liggen in sommige jaren tientallen dode hommels. Zowel mannetjes als werksters en zelfs jonge hommelkoninginnen. Ook heb ik er enkele zweefvliegen en honingbijen tussen zien liggen. Sommige kinderen op het speelplein vinden het soms een sport om de soms creperende dieren dood te trappen, anderen vinden het maar zielig en vragen mij om uitleg. Twee oorzaken wil ik graag wat nader toelichten: Honger en het verkeerd gebruik van insecticiden als acefaat. HongerMen heeft lang gedacht dat bepaalde suikers in de lindenectar giftig zouden zijn voor bijen. Maar uit nieuw onderzoek is het tegendeel gebleken. Drs. Aad de Ruyter, directeur van de PPO sector bijen (voorheen "De Ambrosiushoeve") beschrijft een Duits onderzoek in het vakblad "bijen" van juli-aug 1995. Voor dit onderzoek werd onderzoek gedaan naar de sterfte van dode hommels en andere bijen onder de winterlinde, de zomerlinde, de krimlinde en de zilverlinde. De eerste twee bloeien wat vroeger dan de andere twee. De sterfte onder vroegbloeiende twee bleek duidelijk minder dan onder de andere twee lindesoorten. Groot was de sterfte als laatbloeiende soorten solitair stonden aangeplant. Met name onder hommels was de sterfte groot. De sterfte onder honingbijen bleek slechts 10%. Voerde men de creperende bijen met lindenectar dan leefden ze helemaal op.Men kwam tot de conclusie dat lindenectar niet giftig is voor hommels en bijen, dat de afgifte van lindenectar van laatbloeiende soorten niet minder is dan van de vroegbloeiende maar dat de sterfte het gevolg was van honger door voedselconcurrentie. in jaren waarin er in late zomer onvoldoende voedselaanbod is, wedijveren allerlei soorten insecten in de strijd om het bestaan. Vooral solitair aangeplante laatbloeiende lindesoorten kunnen hun voedselaanbod niet waarmaken waardoor vele insecten de hongerdood sterven. Vooral hommels zijn het kwetsbaarst. De oplossing ligt dus niet in het kappen van linden maar juist in het meer aanplanten van lindebomen en andere drachtplanten in het algemeen en van laatbloeiende soorten in het bijzonder.

Acefaat

   Het op de grond liggen van dode bijen onder bepaalde lindesoorten kan ook het gevolg zijn van het verkeerd gebruik van insecticiden. Een insecticide die tegenwoordig wel eens gebruikt wordt in openbaar groen om de naar beneden vallende plakkerige afscheiding van bladluizen op onze terrasjes en geparkeerde auto's te voorkomen is acefaat. Als de winterlinde veel last heeft van de lindebladluis (Eucallipterus tilliae) wordt zij met dit middel na de bloei geïnjecteerd. Door vernevelen of door te injecteren tíjdens de bloei zouden niet alleen de lindebladluizen maar ook veel andere insecten als bijen door vergiftiging het loodje leggen. Toch bleven ook bij juist gebruik imkers huiverig voor deze manier van luizenbestrijding. Honingbijen verzamelen namelijk graag de zoete uitscheidingsproducten van de lindebladluis, ook ná de bloei. Stel je voor dat ze die ook nog even verzamelen net voordat de luizen sterven. Acefaat blijft ongeveer twee manden actief en valt daarna uiteen in voor de natuur opneembare stoffen. Uit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de P.P.O secotr bijen (voorheen de "Ambrosiushoeve") te Hilvarenbeek in 1998 in Tilburg werd echter geen meetbaar effect van het injecteren met acefaat op bijenvolken vastgesteld zo schrijft onderzoeker Christ Smeekens in het vakblad "Bijen" van nov. 1998. De Winterlinde heeft iets minder last van plak a.g.v. de afscheiding van de lindebladluis dan haar verwanten de grootbladige en de Hollandse linde en is de meest inheemse soort van deze drie.

   Gezien het effect op vogels en andere natuurlijke belagers van dode en zieke bladluizen blijven voor mij eigenlijk alle chemische bestrijdingsmethoden lapmiddelen. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook alternatieven om de inzet tegen de lindebladluis aan te gaan zoals de inzet van tweestippelige lieveheersbeestjes (Adalia's)welke elk wel 100 luizen per dag kunnen eten. Op www.bomendienst.nl  kun je meer lezen over hoe ze in het openbaar groen in ons land de bladluizen aanpakken.

De winterlinde als tolerante boom

   De winterlinde ook wel steenlinde genoemd is aardig tegen een droogteperiode opgewassen. Dit komt omdar haar wortelstelsel niet alleen uitgebreid maar ook diep gaat. Met haar lange paalwortel kan ze ook op grotere diepten water aan . Ook kan ze goed een tijdje tegen droge lucht. De voorkeur gaat echter uit naar een vochtige, goed gedraineerde bodem en een hoge luchtvochtigheid. Hoe vochtiger de bodem hoe hoger onder bepaalde omstandigheden de nectarproductie. Door een goede humus laag kan de boom het vocht langer vasthouden. Helaas wordt nog steeds veel water aan onze bodem onttrokken waardoor het grondwaterpeil soms aanzienlijk kan dalen. Dit heeft gevolgen voor de nectarproductie van de linde.

   De boom gedijt zowel in halfschaduw als op zonnige standplaatsen. Voor de bijen zijn zonnige standplaatsen de beste. Onder invloed van zonlicht kunnen planten beter assimileren. Dit komt de nectarproductie ten goede en indirect dus ook de insecten die voor hun voedsel hierop zijn aangewezen. Over het algemeen genomen kan de boom tegen sterke en uitdrogende wind. Als de boom echter te sterk in de wind staat zal deze ze kwetsbaarder maken voor vorst en zal de nectar uit de bloemen onder bepaalde omstandigheden kunnen opdrogen. Ze stelt minder eisen aan de grondsoort dan de zomerlinden maar gedijt het beste op voedselrijke niet te zure gronden. Zware klei en zware leemgrond zijn ongeschikt. De boom kan makkelijk verplaatst worden. Bomen tot de leeftijd van 60 jaar zijn tot nu toe met succes verplaatst. De linde laat zich ook makkelijk snoeien en herstellen. Er bestaan verschillende snoeimethoden. Iin de tijd van verering door de Germanen werd de lindeboom gesnoeid tot etagelinden.Later werden ze geknot net als wilgen en werden de twijgen, bladeren, hout, bast en schors voor allerlei doeleinden gebruikt. Ook werd de linde gesnoeid tot leilinde om als zonwering te fungeren voor boerderijen. Nog steeds kom je de leilinde tegen. Hoewel hier ook andere lindesoorten voor worden toegepast.

   Al met al is de winterlinde een boom met een grote verdraagzaamheid!!!

De bloesem

Wind en insectenbestuiving

   Planten willen maar een ding zich voortplanten. Omdat ze met hun wortels stevig verankerd zitten in de grond moeten ze iets verzinnen om toch hun genen met elkaar te kunnen uitwisselen. Bloemen bieden de oplossing. De bloemen van de winterlinde zijn tweeslachtig d.w.z zowel mannelijk als vrouwelijk tegelijk. in een bloem bevindt zich een stamper met uitgespreide stempel als ook heel veel meeldraden. in principe zou je dus verwachten dat de bloemen zich makkelijk zelf zouden kunnen bestuiven. Maar daar heeft deze boom wat op gevonden. De eerste twee dagen worden de meeldraden rijp en pas na vier tot acht dagen komt de bloem in het vrouwelijk stadium. Zo voorkomt de plant zelfbestuiving. Zelfbestuiving leidt voor veel planten tot niet vruchtbare nakomelingen of tot nakomelingen die zich niet goed aan hun omgeving kunnen aanpassen en daardoor op termijn uitsterven. Ook buurtbestuiving probeert de linde te voorkomen door alle bloemen op dezelfde boom niet allemaal gelijktijdig te laten ontluiken Het stuifmeel door de wind mee laten meenemen doet de winterlinde ook liever zo min mogelijk. Haar bladeren staan namelijk een beetje als een mozaïek ingeplant en vormen een dicht dek waar de wind minder makkelijk vat heeft. Waarom zouden ze overigens als hun doel kruisbestuiving is. insectenbestuiving is veel doelmatiger en brengt ook bij windstil weer het stuifmeel op de juiste plek. Maar om dit te bereiken moet de winterlinde reclame maken voor haar bestuivers.

Foto Martin Stevens

Reclame voor bestuivende insecten

   Zo maakt de winterlinde reclame voor haar bestuivers: De sterke zoete geur van de lindebloesem is voor bijen al op grote afstand te ruiken. Als voor ons de geur al zo opvalt wat moet het dan zijn voor de bijen die nog beter kunnen ruiken dan wij. De heerlijke geur is afkomstig van de farnesol uit de etherische olie van de bloemen. De vele kleine bloemen van de winterlinde maken samen een grote en vallen zo beter voor bijen op. Ook de vorm van de bloemen en bloeiwijze is belangrijk. De bloemen van de winterlinde staan in bijschermen van 5 - 10 bloemen bijeen en zijn voorzien van een opvallend langwerpig perkamentachtig schutblad. Sommige meeldraden zijn onder wat verbreed en doen mee in het spel van reclame maken. De bloemkleur speelt ook een rol. Bijen zien kleuren anders dan wij. De 5 voor ons geelwitte bootvormige kroonblaadjes en de 5 groenwitte kelkblaadjes steken hebben voor bijen kleuren die nog meer tegen het groene bladerdek opvallen.

Lindenstuifmeel

   Het stuifmeel afkomstig uit de meeldraden van de winterlinde is geel en wordt in kleine klompjes aan de achterpoten van de hommels en de honingbijen meegenomen naar de woning. Het bevat o.a eiwitten, vitaminen, mineralen en vetten nodig voor een goede opbouw van de hommel en honingbijenvolken. De stuifmeelafgifte van de winterlinde is door het oog van de imker gezien matig. Maar ja wat heet matig, het gaat hier toch nog om 43000 (!) pollenkorrels per bloem. Dat is iets minder dan één klompje stuifmeel in het korfje aan de achterpoot van de honingbij. Stuifmeel bevat de mannelijke voortplantingscellen van de bloemen en bevindt zich in de helmhokken van de talrijke meeldraden. Als het terechtkomt op de stempel van de stamper van een bloem van dezelfde soort is de bloem bestoven. (Bij lindebomen vindt echter ook vreemdbestuivng plaats). Na een juiste bestuiving volgt meestal bevruchting en ontstaat kiemkrachtig zaad. De bloem van de winterlinde heeft verschillende meeldraadbosjes. Sommige meeldraden zijn wat verbreed als kroonblaadjes en bieden geen stuifmeel maar doen mee om insecten aan te lokken. Omdat de bloemen een beetje schuin naar beneden afstaan heb ik gezien dat de bijen zich soms al hangend aan de meeldraden moeten vasthouden. Het is belangrijk dat alle bijen die in het najaar geboren worden en van wie de imker het in het vroege voorjaar moet hebben, goed doorvoed de winter ingaan. Hiernaast is ook het aanleggen van een grote stuifmeelvoorraad in tijden van voedselschaarste belangrijk. in het voorjaar als er weer larfjes worden geboren en buiten nog weinig te halen valt biedt een wintervoorraad stuifmeel een onmisbare bron voor de opbouw van een volk en om ziekten als bijv Nosema te voorkomen. in ons land waar de drachtomstandigheden veelal te wensen overlaten doet een imker er goed aan het stuifmeel niet te oogsten maar het zijn bijen te laten behouden. Bij iedere goede reformzaak of speciaalzaak is overigens genoeg stuifmeel onder de naam pollen te koop. De pollen zijn door de bijen aaneengeplakt in kleurige klompjes en door de imker geoogst en verpakt in glazen potjes. Het zijn gewoon de klompjes zoals de bijen die in hun achterpootjes vervoeren; stuifmeel aaneengeplakt met nectar. Ze worden o.a. gebruikt voor zieken en herstellenden om snel op kracht te komen. Door toeval komt er ook altijd wat stuifmeel in honing terecht. Ook stuifmeel van planten die hun stuifmeel aan de wind meegeven zoals grassen, waarvoor sommige mensen allergisch zijn, kan makkelijk via de vacht van honingbijen terechtkomen in de honing. Als je allergisch bent voor stuifmeel ben je dat veelal voor de planten die in jouw omgeving bloeien. Door regelmatig streekhoning te eten kun je dus bepaalde stuifmeelallergieën de baas worden.

Ongelooflijk

   Voor elke kg honing moet een bijvolk viermaal zoveel stuifmeel verzamelen. Hiervoor zijn ongeveer 100.000 retourtjes van bloem naar bijennest nodig en moeten totaal ongeveer 1,5 miljoen bloemen worden bezocht! Een bijenvolk verbruikt gemiddeld per jaar 35 tot 50 kg stuifmeel!!!!! Hiernaast verzamelt ze ook stuifmeel om er een voorraadje van aan te leggen voor tijden waarop er weinig te halen valt buiten. Maar die enkele stuifmeelraten vormen slechts een bescheiden hoeveelheid t.o.v. het totale verbruik. Ongelooflijk hoe hard honingbijen in korte tijd moeten werken. in de lindeboom kun je die bedrijvigheid horen en zien. Schitterend al dat gegons.

Lindennectar en -honing

   Voor hun hulp bij de bestuiving worden de bestuivende insecten beloond met lindenectar. Lindenectar is een zoete waterige substantie uitgescheiden door speciale orgaantjes van de lindebloemen: de nectarklieren. Deze orgaantjes vormen kleine sleufjes aan de basis van de bovenzijde van de kelkblaadjes en worden bedekt door haartjes om de vrijliggende nectar zoveel mogelijk tegen uitdrogen te beschermen. Nectar is niet het zoete floeëemsap uit de bastvaten van de lindeboom wat vroeger wel eens door mensen werd gedronken. Nee, floeëemsap wordt eerst door de nectarklieren opgenomen, verandert en aan de andere kant weer uitgescheden in de vorm van nectar. De nectar wordt door honingbijen en hommels, opgelikt en vervolgens meegenomen in de honingmaag naar de bijenkast. Een deel verbruiken ze zelf als en soort brandstof om bijv te kunnen vliegen. Een ander deel wordt samen met het meegebrachte stufmeel opgevoerd aan de larfjes. Bij de honingbijen wordt de nectar bovendien steeds van bij naar bij doorgegeven waarbij er steeds lichaamseigen stoffen van de bij aan de nectar worden toegevoegd en er steeds meer lucht aan de nectar wordt ontrokken. Door enzymwerking verandert niet alleen de (suiker)samenstelling maar wordt de nectar steeds verder ingedikt tot het en suikerconcentratie van ongeveer 80% bevat. Dan heet het lindebloesemhoning. Je begrijpt dat door deze nectaruitwisseling toevalligerwijs ook veel lindestuifmeel via de beharing van de binnenkomende bijen op uitvliegende bijen terecht komt en zo de kruisbestuiving bij de linde wordt bevorderd. Als de bloemen in het vrouwelijk stadium zijn is de nectarafgifte bij deze boom het grootst. De nectarafscheiding is niet regelmatig over een etmaal verdeeld maar vertoont twee pieken. 's Morgens vroeg en in de late namiddag is de nectarafgifte het grootst. ik heb als bijenhoudster gemerkt dat honingbijen zich graag richten naar deze ritmen.Vooral bij een vochtig bodem en zwoel en warm en windstil weer of na een fikse regenbui gonst het er op die tijdstippen van de honingbijen. Ook de suikerconcentratie kent pieken. Deze varieert per leefomstandigheid en per lindesoort. Hoe lager de temperatuur bijv hoe lager de suikerconcentratie. 's Morgens voor 6.00 uur is deze veelal het laagst en rond 12.00 uur het hoogst zodat honingbijen het niet meer kunnen opnemen. Bij de winterlinde overheerst de sacharose in de nectar terwijl bij de Hollandse en de zomerlinde de verhoudingen tussen de drie soorten suikers, fructose, glucose en sacharose in de nectar ongeveer gelijk liggen. Een gezonde winterlindeboom bloeit jaarlijks en dat kunnen de andere inheemse lindesoorten als de grootbladige en de Hollandse linden niet altijd zeggen.

Lindehoning: één boom, twee honingsoorten

   Honing bereiden de hommels en honingbijen niet voor hun imker maar in de eerste plaats voor zichzelf en hun larven. Voor een hommelvolk betreft het een honingvoorraadje voor ten hoogste enkele regenachtige dagen wanneer zij niet uit kunnen vliegen. Voor een honingbijenvolk echter is een grotere voorraad wel noodzakelijk. Honingbijenvolken zijn namelijk meerjarig. in de winter is het hier vaak te koud om uit te vliegen en is er gebrek aan bloeiende drachtplanten. Daarom houden bijen in ons land een winterrust. Nou ja rust, ze bruisen voortdurend met hun vleugels om het nest op een vaste temperatuur te houden. ik heb het vaak gehoord als ik 's winters mijn oor te luisteren legde tegen de bijenkast. Je begrijpt dat honing een noodzakelijke energiebron voor de winter kan zijn. Als mijn bijen een overdaad aan lindehonig in de kast hebben oogst ik de "overschotten" en geef ze in plaats hiervan een suikeroplossing. Het mooie van de winterlinde is dat zij twee soorten honing kan voortbrengen: lindebloesemhoning die dus net als andere bloemenhoningsoorten voor het overgrote deel een plantaardig product is en honingdauwhoning een dierlijke honing.

Lindebloesemhoning

   Lindebloesemhoning zegt al dat de honingbijen de honing bereiden uit de nectar afkomstig van de lindebloesem. Volgens de wet mag honing pas de naam van een plant dragen als deze honing o.a. ook overwegend van die plant afkomstig is. Echte kenners kunnen dit controleren aan de hand van de in honing altijd aanwezige stuifmeelkorrels. Hiervoor heeft men richtlijnen vastgesteld. Voor lindehoning mag het aantal pollen afkomstig van linden maximaal slechts 20% bedragen. Maar de gewone imker moet het hebben van kijken, ruiken en proeven. Zuivere lindebloesemhoning is bijna zo helder als water en heeft een zachtgroene gloed als je haar tegen het zonlicht houdt. Als ze na een tijdje gaat kristalliseren of versuikeren - dit is een natuurlijk proces dat voorkomt in vrijwel alle niet verhitte honingsoorten - dan kleurt ze lichtgeel tot geelgroen. Ze ruikt naar de lindebloesem maar smaakt naar pepermunt. Deze smaak is sterk dominant in honingmengsels. in honig van de winterlinde zitten over het algemeen meer druivensuikers als vruchtensuikers dan de meeste andere lindesoorten. Na verloop van tijd kristalliseert zij dan uit in een grove korrel. Mits de imker haar langdurig goed roert of er crèmehoning van maakt. Deze honing is het neusje van de zalf. Hierbij wordt het kristallisatieproces door de imker beïnvloed en verkrijgt men een zodanige fijne korrel dat de lindehoning zacht en dus beter smeerbaar blijft en de smaak beter tot haar recht komt. ik praat uit ervaring.

Honingdauwhoning

   Op 30.6.02 trok een winterlindeboom in de buurt van ons huis mijn aandacht. De bovenzijde van de bladeren waren opvallend donkerder gekleurd dan de lindebomen ernaast en hadden zwarte vlekken. Zij bleek ook de enige niet bloeiende boom tussen de andere winterlinden te zijn. Toen ik wat blaadjes aftrok bleken ze helemaal kleverig aan te voelen. Onder en boven zaten ze vol witte kleine beestjes; lindebladluizen. Deze luizen bijten gaatjes in de bladeren en zuigen zich vol met het zoete floeëemsap uit de lindeboom. Een deel verbruiken ze zelf en de rest scheiden ze weer uit en wordt door de honingbijen opgelikt. Deze voegen hier lichaamseigen stoffen aan toe en dikke het zoete goedje verder in tot een heerlijke mineraalrijke honing: honingdauwhoning. Honingdauwhoning is eigenlijk een dierlijk product en heeft een midden tot donkerbruine kleur en is zeker niet minder lekker dan zuivere lindehoning.Veel Nederlandse honing afkomstig van linde betreft honingdauwhoning. Dat kun je veelal niet proeven omdat de pepermuntachtige smaak van lindebloesemhoning, die er altijd wel wat in zit, sterk overheerst. Zien kun je het wel. De kleur is veel donkerder en de honing blijft lang dikvloeibaar. Soms gaat er in de honingdauw een schimmel groeien: de roetdauwschimmel (Capnodium) welke zwarte plekken veroorzaakt op de bladeren. in combinatie met honinghauw ontstaan zo moeilijk te verwijderen plakkerige vlekken op geparkeerde auto's en terrasjes. Veel honingbijen in de buurt kunnen de overlast aan plak echter wat doen verminderen door dit plakkerige goedje te verzamelen en er een heerlijke honing van te bereiden. Niet alle lindebomen hebben evenveel te leiden van de lindebladluis. Zo leveren de T. cordata "Greenspire" (een grootbladige variëteit van de winterlinde), en enkele laatbloeiende lindesoorten te weten; de zilverlinde, de krimlinde en de Hongaarse zilverlinde enkel lindehoning maar geen honingdauwhoning.

De antibiotische werking van honing

   Omdat er grenzen liggen aan het gebruik van antibiotica is er de laatste jaren een hernieuwde belangstelling voor het gebruik van honing op wonden en bij keelontstekingen. De antibiotische werking berust op een viertal zaken:

Hoge suikerconcentratie

   De meeste rijpe honingsoorten hebben een suikerconcentratie van ongeveer 80 %, een milieu waarin bacteriën meestal uitdrogen en sterven. Rijpe honing deskundig aangebracht op een wond trekt door haar hoge suikerconcentratie wondvocht (inclusief bacteriën en gifstoffen), naar buiten. Zo zal de honing steeds verder worden verdund tot zij niets meer kan opnemen. Daarom is het belangrijk minimaal een keer per dag de honing te verversen

Hoge zuurgraad

   De meeste honingsoorten smaken veelal zoet maar hebben een hoge zuurgraad van 3 tot 4 PH, een milieu waarin bacteriën zich maar moeilijk kunnen vermenigvuldigen

Bacterieremmers

   Toch werkt ook verdunde honing met een lage suikerconcentratie antibiotisch. Honingdauwhoning en kastanjehoning hebben een lagere zuurgraad en werken toch antibiotisch. De antibiotische werking moet dus nog ergens anders op berusten

   Verantwoordelijk zijn ook nog de bacterieremmers. (vroeger inhibines genoemd) Een bekende bacterieremmer is waterstofperoxide die o,a ontstaat als honigbijen het enzym glucose-oxidase uit hun voedersapklieren aan de nectar toevoegen. in een potje rijpe honing zit maar weinig waterstofperoxide maar eenmaal in contact met (wond)vocht komt het geleidelijk en voor lange tijd vrij. Waterstofperoxide komt ook vrij als je honing aan thee (op drinktemperatuur!) toevoegt. Het werkt bacteriedodend. Dr. Theo Postmes werkt sinds 1995 voor de Biomedical Research Foundation Maastricht en doet al 10 jaar wetenschappelijk onderzoek naar het effect van honing op brandwonden. "Één groot aantal klinische studies laat zien dat wonden sneller genezen met honing dan met welk ander geneesmiddel dan ook en dat geldt voor alle soorten wonden, of het nu brandwonden, open wonden of chronische wonden zijn," aldus Postmes. Van de door hem onderzocht honingsoorten bleek lindebloesemhoning de meeste waterstofperoxide te bevatten.

Noot
  • Voor wondbehandeling voldoet pesticidevrije en onverhitte honing bij voorkeur van imker, reform of speciaalzaak. Honing van de supermarkt heeft soms een hittebehandeling gehad. Ekohoning voldoet ook prima
  • als je honing puur eet laat haar dan zich goed en langdurig met je speeksel vermengen. Zo werkt de honing optimaal
  • Licht, warmte en een lange bewaartijd verminderen de werking van genoemd enzym. Bewaar honig altijd donker, bij keldertemperatuur in afsloten glazen potten en consumeer haar voor een optimale antibacteriële werking zo snel mogelijk dit betekent voor de meeste honingsoorten binnen een periode van anderhalf jaar.

   Er zijn in honing ook nog andere niet peroxide gebonden bacterieremmers actief. Deze zijn behalve van de bijen óók afkomstig uit de nectar van de planten. De antibiotische werking van deze groep bacterieremmers verschilt per honingsoort en is afhankelijk van de soort nectar, de honigdauw en mogelijk ook van de hoeveelheid bacterieremmers die de bijen zelf nodig achten er aan toe te voegen. Voorbeelden van bacterieremmers die de bijen via hun voedersapklieren toevoegen zijn allerlei aromatische zuren. Bacterieremmmers afkomstig van de plant zijn lysozymen, flavonoden, aroma's en vluchtige stoffen en mogelijk ook nog een aantal nog niet op naam gebrachte stoffen. De ene honingsoort bevat wat meer bacterieremmers dan de andere. Het is de combinatie van hoge suikerconcentratie en zuurgraad en bacterieremmers waarop de werking van lindehoning dus berust. Andere honingsoorten met een redelijke antibiotische wering zijn: Hollandse zomerhoning, klaver, tamme kastanje en Phaceliahoning.

Lindebloesemthee

Oogsten

   Thee kun je maken van de bloesem van zowel de winter als de zomerlinde. Je kunt hiervoor zowel de gedroogde als de vers geplukte bloesem gebruiken. Op dit moment anno 2 juli 2002 valt mij op dat de linden veel vroeger in bloei zijn gekomen dan in andere jaren. Hierdoor is de zomerlinde veelal uitgebloeid. Gelukkig is er nog de bloeiende winterlinde. De bloesem van de zilverlinde is vanwege haar zeer onaangename smaak ongeschikt.

Noot
  • Neem verse geopende bloemen die niet ouder zijn dan 1 tot 4 dagen dan is de werkzaamheid het beste
  • Neem het gehele scherm inclusief schutblad
  • Als je ze later wilt gebruiken moet je ze kort drogen en niet boven 45 graden Celsius en in goed afsloten bussen bewaren tot de koude tijden eraan gaan komen. Ze zijn ook gewoon verkrijgbaar in drogistrijen en reformzaken. ((Flores tiliae)
  • Neem geen bloemen die door honingdauw afkomstig van bladluis is aangetast

Twee theerecepten

Lindebloesemthee als lekker tussendoortje.

   Lindebloesemthee is een lekkere zoete gezonde dorstlessende thee met de geur van lindebloesem. Ze kan gewoon als lekker tussendoortje zowel koud als warm gedronken worden. De thee is ook geschikt voor kleine kinderen en zuigelingen. Neem 1 theelepel op ¼ liter kokend water en laat vervolgens de thee op kleur en drinktemperatuur komen. Pas hierna naar eigen smaak zoeten met lindehoning. Dit maakt de thee extra lekker en gezond.

Noot

   Honing nooit toevoegen aan thee boven de 40 graden Celsius omdat de vele enzymen en andere belangrijke werkzame stoffen verloren gaan.! Zuigelingen mogen alleen thee zonder honing vanwege een recent geval van botulisme

Een zweetbevorderende thee

   Voor een zweetbevorderende thee overgiet men twee eetlepels lindebloesem met een halve liter kokend water en laat haar vervolgens 5 tot 10 minuten trekken. Hierna zeven. Direct voor het slapen gaan innemen of juist voor je naar de sauna gaat. Hoe warmer de thee hoe meer je ervan gaat transpireren. Als je nu nog niet transpireert neem dan nogmaals een halve liter.

Noot

   Teveel zweetkuren kan schadelijk werken op je hart. Niet gebruiken bij lage bloeddruk.

Inhoudstoffen en medicinaal gebruik

   Lindebloesem bevat o.a.: etherische olie, looistoffen, slijmstoffen, flavonglycosiden, magnesium, vitaminen en suiker. Lindebloesemthee wordt gebruikt bij verkoudheden en andere ziekten waarbij transpireren belangrijk is. in de volksgeneeskunst werd het ook als urinedrijvend, rustgevend en als krampstillend middel aangewend.

Theemengsels

   Lindebloesem valt goed te combineren met andere theeën. Soms kan de werking van de thee erdoor versterken. Te denken valt aan:

  • kamillebloemen (Flores chamomilae)
  • de blauwe bosbes (Fructus myrtitti) de gedroogde vrucht
  • hondsroos (Fructus cynosbati) de gedroogde vrucht met zaden.
  • pepermuntblad (Folia mentha piperitae)
  • klein hoefblad (Folia farfarae) het blad
  • vlierbloesem (Flores sambuci) (extra zweetbevorderend)

   Vraag bij de drogist of reformzaak voor een op u toegespitst recept.

Lindebloesemwater

Voor het verbleken van sproeten

   Men neemt 3 à 4 eetlepels lindebloesem op 1 liter koud water en laat dit enkele uren onder af en toe roeren staan. Hierna zeven en de huid ermee wassen. Regelmatig herhalen voor een beter effect.

Lindebloesem in bad

   Neem vlak voor het slapen een warm bad waaraan je een tiental lindebloesems aan het badwater toevoegt (een pot lindebloesemthee mag ook). De geur van farnesol en terpenen uit de bloemen werken kalmerend voor nerveuze en slapeloze mensen.

Een greep uit de vele andere toepassingen

Schors

   De schors van de jonge boom is grijs en glad en van de volwassen boom donkergrijs en gegroefd. in de volksgeneeskunst werden van de witte vezels aan de binnenzijde ontstekingswerende aftreksels gemaakt om de ogen te spoelen. (Cortex tiliae).

Bast

   De bast ligt aan de binnenzijde van de schors heeft een vezelige structuur en werd vroeger gebruikt als bindbast voor bijv. bezems, touwen voor waterputten en het binden van schoven. Ook werd de bast gebruikt voor vlechtwerk van schoenen en voor Moskovische matten voor in de tuinbouw. De gedroogde bast werd na een jaar liggen in de volksgeneeskunst gebruikt bij krampen. De bast werd dan 8 uur tevoren geweld, daarna even opgekookt en dan aan het badwater toegevoegd. Ook werd in het vroege voorjaar het zoete sap (floeëem) dat door de bastvasten stroomt afgetapt om er limonadesiroop of lindewijn van te maken.

Hout, houtskool

   Lindehoutskool werd vroeger niet alleen als uitstekend tekenkool en buskruid gebruikt maar ook, mits juist gewonnen, medisch toegepast (Carbo ligni tiliae). Lindehoutskool schijnt rottingsproducten en vergiften van bepaalde bacteriën te kunne binden om ze zo minder schadelijk te maken. Vandaar dat ze vroeger werd gebruikt bij maagdarminfecties met gistingsverschijnselen, wondbehandeling en als tandpoeder.

Beeldhouwwerk en snijwerk

   Was in de tijd van de Kelten en de Germanen de lindeboom aanvankelijk een boom van verering en gewijd aan de godin Frija, in de Middeleeuwen werd eronder getrouwd, gefeest en recht gesproken. in de Middeleeuwen werd er in de dikke stam een holte gemaakt waarin kerkbeelden, die op hun beurt ook weer gemaakt waren uit lindehout, werden bijgezet. Het hoogwaardige hout is zacht, elastisch en laat zich makkelijk bewerken. De kleur van het hout is geelwit tot bleek -roodbruinachtig en heeft een fijne gelijkmatige structuur zonder een verkleurende kern. Door luchtvervuiling in steden kan de boom minder goed assimileren en is de houtvorming minder.

Andere houttoepassingen

   Klompen werden vroeger behalve uit wilgenhout ook uit lindehout gemaakt. Verder werd het hout gebruikt voor het maken van kistjes, goedkope muziekinstrumenten, keukenspullen als borstels en broodplanken en in de scheepsbouw.
Houtspaanders werden vroeger vanwege het hoge zetmeelgehalte aan het vee gevoerd maar ook als matrasvulling gebruikt.

Twijgen

   De soepele twijgen van de winterlinde zijn aanvankelijk groen en behaard en later roodbruin en kaal. Ze worden net als de bastvezels gebruikt voor manden te vlechten. Zo kun je meer kleur in je vlechtwerk brengen. Met de twijgen werden vroeger de bakovens gestookt.

Zaden

   De zaden hebben een kiemkracht van twee jaar

   Het zaad kan men gebruiken om er olie uit te persen van zeer goede kwaliteit. Dit komt omdat de olie niet droogt en niet snel ranzig wordt. Ook werden de zaden vroeger verwerkt in suikergoed.

Bladeren
Voor mens en dier

   De winterlinde vormt aan de stam nogal eens waterloten. De blaadjes (Folia tiliae) van deze loten kunnen in het gehele jaar worden verzameld om gebruikt te worden in salades of op brood. in de volksgeneeskunst werd van de bladeren thee gezet voor oogomslagen en werden gekneusde lindeblaadjes op wonden gelegd om de genezing te bevorderen. Tijdens de vastentijd maakt men in Griekenland van de bladeren gevulde pakketjes met speciaal voor dit doel gebakken ingrediënten.

   De blaadjes werden vroeger ook wel aan het vee opgevoerd.

Als bodemverbeteraar

   Onder de linde blijft niet lang blad liggen. Het is snel verteerd en hierdoor is het een goede bodemverteerbaar.

Landschappelijk gebruik

   De winterlinde kan gebruikt worden als schaduwboom voor huizen en boerderijen, als laanboom, straatboom, haagboom, op stads en dorpspleinen, in grote tuinen en niet te vergeten als drachtboom voor allerlei bijensoorten als honingbijen, hommels en solitair levende bijen.

Actueel

   Tegenwoordig wordt de lindeboom steeds vaker ook als herdenkingsboom toegepast. in heel veel gemeenten zijn "Beatrixlinden" geplant ter nagedachtenis aan de dag dat onze vorstin tot Sarah werd gebombardeerd.

De maretak– een drachtplant op een drachtplant

   Soms groeit er een maretak (Viscum album) in een lindeboom. Deze altijd groene struik is een halfparasiet. Ze is deels in staat m.b.v. haar bladgroen zelf voedsel aan te maken maar onttrekt hiernaast ook voedsel aan de lindeboom. Er zijn vrouwelijke en mannelijke struiken. Vooral de mannelijke bieden nectar en rijkelijk stuifmeel in een tijd dat er weinig andere drachtplanten iets te bieden hebben. in het drachtplantenarboretum van de PPO sector bijen (voorheen "de Ambrosiushoeve") telde ik op de trouwdag van het bekende koninklijke paar zo tegen de middag zo'n 40 honingbijen in een mannelijke maretak groeiend in een appelboom.. Er waren zo vroeg in het jaar nog nauwelijks andere voedselplanten voorhanden. Een honingbij is erg bloemvast en is in staat om als postbode het stuifmeel over te brengen naar een naburige vrouwelijke maretak.. Komt het stuifmeel dan terecht op de stempel van de bloemen dan zijn deze bloemen bestoven. Vaak volgt hierna bevruchting en ontstaan glibberige witte bessen waar sommige vogels dol op zijn. Op hun beurt zorgen zij weer voor de zaadverspreiding. De maretak hangt samen met veel folklore en wordt medisch toegepast.

Variëteiten

   Van de winterlinde groeien in het drachtplantenarboretum van de PPO sector Bijen (voorheen "de Ambrosiushoeve") twee cultivars die van betekenis zijn voor talloze bijensoorten:

  • Tilia cordata 'Böhlje" Deze levert nectar, honingdauw en pollen.
  • Tilia cordata "Greenspire" Deze veel toegepaste grootbladige variëteit met zijn diepdonkergroene bladeren is nauwelijks gevoelig voor bladluis en levert
  • de bijen dus enkel nectar en stuifmeel en geen honingdauw.

Bijzonderheden

Naamgeving

   De naam van o.a. de Zweedse geleerde en plantkundige Linnaeus (Linné) is verbonden met een bijzondere grote lindeboom in Jonsboda Lindegárd in Hvitarydssocke in Zweden. De naam linde zie je veel terug in o.a plaatsnamen, pleinen en achternamen. De linde is onderwerp van veel liederen en gedichten, kortom een bron van romantisch spraakwater

Ander leven in de lindeboom

   Uit een rapport van Stichting Kritisch Bosbeheer aug 1999 die onderzoek deed naar de drie hier inheemse lindesoorten waaronder ook de winterlinde, bleek dat meer dan 6o verschillende insectensoorten en vele andere andere organismen in deze bomen hun voedsel vonden. Enkele wil ik er even noemen:

Galmuggen en galmijten

   Op bladeren zie je vaak opstaande staafvormige rode galletjes, de zogenaamde hoorngalletje die een reactie zijn van de het blad op het binnendringen van een galmug (Phytoptus tilae tilia). Er zijn ook galmuggen (Contarinia tiliarum) die kogelvormige geelgroene of rode gallen veroorzaken bij de linde en er zijn galmijten die witte of rode viltige plekjes of galbultjes veroorzaken zoals de (Phytoptus tiliae nervalis) en (P. tiliae leiosoma)

De vuurwants

   De vuurwants is een 1 cm grote felrode wants met zwarte vlekken Ze is dol op de op de grond liggende zaden en bladeren om deze leeg te zuigen. Ook op stam is zij te vinden om het zoete sap uit de bast op te zuigen. Ter aanvulling eet ze ook nog dode insecten.

De Xanthia citrago

   Deze vlindersoort behorend tot de uiltjes is specifief aan de linde gebonden. De lichtgeel met roodbruin gekleurde larven leven in het samengesponnen blad van de waterloten.

De lindebladwesp (Calirora annulipes)

   In 2001 zag ik dat ontelbaar veel bladeren van winterlinden in het drachtplantenarboretum van de PPO sector Bijen (voorheen "de Ambrosiushoeve" ) tot op de nerf waren aangevreten door witte op slakken lijkende beestjes. Het betrof de larven van de lindebladwesp (Calirora annulipes). Een wespensoort zonder taille en vegetariër!

De lindepijlstaartvlinder (Mimas tiliae)

   Deze pijlstaartvlinder is behalve op de linde ook op andere loofbomen te vinden. Ze krijgt het in ons land steeds moeilijker. Steeds vaker wordt ze indirect het slachtoffer van de bestrijding van ringelrupsplagen. Ook vinden veel vogels en zoogdieren de winterlinde bij uitstek een plekje om te fourageren, te schuilen, een nest te bouwen of gewoon om even uit te rusten.

Oud

   De drie inheems lindesoorten die ons land rijk is waaronder ook de winterlinde komen alleen nog in Zuid-Limburg, de Achterhoek en Twente voor in de vorm van bossen en houtwallen. De anderen staan solitair. Midden op het dorpsplein. in Oisterwijk en in mijn geboortedorp Hilvarenbeek staan nog steeds enkele hele oude lindebomen. Tegenwoordig vervullen zij een hele andere functie dan vroeger. Ze vormen nu een baken, een ontmoetingsplaats om in deze jachtige tijd tot rust te komen. De boom in Hilvarenbeek betreft een Hollandse linde van ongeveer 325 jaar oud. Een andere hele oude Nederlandse Hollandse linde staat in Sambeek. Ze zou 1000 jaar oud zijn. Al zijn linden over het algemeen hele hoge dikke bomen en worden ze erg oud, de winterlinde wordt ten opzichte van de Hollandse en de zomerlinde, over het algemeen mínder hoog en oud. Nou ja wat heet hoog en oud als je ongeveer 28 meter lang kunt worden en de 150 jaar kunt bereiken!

Toekomst

   Van de winterlinde zijn vele soorten organismen waaronder ook vele bestuivende insecten als bijen afhankelijk. Bovendien biedt de boom, zoals we hierboven hebben kunnen lezen, een bijna onuitputtelijke bron van toepassingsmogelijkheden. Door haar te beschermen samen met de Hollandse en de Zomerlinde kunnen we de restanten inheemse lindebossen en houtwallen die ons land nog rest mogelijk behouden en zorgen voor een meer gevarieerd bomenbestand. Via gemeentelijke kapvergunningen zouden ook de solitair groeiende inheemse exemplaren beter beschermd kunnen worden. Ook zou er een soort herplantplicht moeten komen voor gekapte lindebomen uit het bos. Verder zou de aanplant van deze zeer goede drachtboom gestimuleerd moeten worden om de verslechterende leefomstandigheden waarin tegenwoordig o.a onze bestuivende insecten verkeren enigszins te verzachten.

Bronnen

Internet: http://www.ibiblio.org/pfaf/cgi-bin/find_lat?LAT=tilia+cordata

Mijn eigen waarnemingen als bijenhoudster en gids

   De volgende boeken/tijdschriften:

Bomen. Bos en hout – Herbert Edlin – Zomer en Keunnig

Bomenboek het – Hugh Johnson – Zomer en keuning

Loofbomen in en buiten het bos 2 – Boeijnk e.a. – Coutinho

Geïllustreerde flora van Nederland – E. Heimans-Versluys

Oecologische flora van Nederland – Weeda E.J. – IVN

Botanica – div. – Köneman

Blütendracht Die – Gleim K.H – Delta Verlag

Trachtplanzenbuch das – Schaper,Maurizi – Ehrenwirth

Kleine dieren in het bos – Olsen Lars-Hendrik – Schuyt & Co

Kruiden – Maessen Yvonne – Het kruidenrijk

Gezonder leven met geneeskrachtige kruiden – Theiss Barbara en Peter – Schuyt en Co

Geneeskruiden – Börngen S. – De Driehoek

Handboek van geneeskruiden – Pavlow M. – Uitgeverij Helmond

Compendium van rituele planten – Cleene de - Lejeune – Stichting mens en Cultuur Gent

Drachtplantenarboretum PPO sector Bijen (voorheen "de Ambrosiushoeve")– Vrienden van "de Ambrosiushoeve" – Eigen beheer.
Zie ook het artikel Het werk van Bijen@wur

Pollenanalyse – Ham RWJM e.a. – PPO sector Bijen, (voorheen Stichting Landelijk proefbedrijf de Ambrosiushoeve") – Maandblad "Bijen" juli/aug 95, nov 98, nov 01 – ABTB, VVBN, ZLTO, LLTB

M.Verspaandonk-Schijvens

^Naar het begin van deze pagina

Diverse artikelen
Begin
Over planten
 

Geelwortel

  De Meloen (Pompoen) – Cucurbita pepo L.
 

Kneuzingen, zwellingen en sportblessures

  Boom opzetten over Naaldhout
  Jacobskruiskruid, vragen, vragen en nog meer vragen
  Alternatieve landbouwgewassen
  Fluite(n)kruid
  Flierefluiten met een vlierfluit
  Silphium, het verdwenen kruid
  Winterlinde (Tilia cordata Mill)
  Mangosteen (Garcinia mangostana Linn)
  Medicijn en drogerij in den Bijbel - met registers met plantenlijst
  De planten voor de Karel de Grote-tuinen (Capitulare de villis)
  Sint-Antoniusraapje (Ranunculus bulbosus - Knolboterbloem)
Diverse onderwerpen
  Tips van Tenna: huismiddeltjes - EHBO uit uw keuken
  Over Europan Scientific Cooperation On Phytotherapy (ESCOP)
  Planten en kanker
  Plantaardigheden en kanker
  2000 jaar oude pillen met kruiden ontdekt in scheepswrak
  Prof. dr. Frits Muskiet: ‘Onze voeding moet gebaseerd zijn op eetpatroon oermens’
  Bestanddelen van thee
  Bloementuin
  Vakantie
  Generatietuin
  Voorjaarsbloemen 2011
  Nog wat voorjaarsbloemen

Over bijen

Over de wilde cichorei (Cychorium intybus)
  1. Namen, plantlore en ander merkwaardigs
  2. Botanie en (een beetje) ecologie
  3. Fenomenologie
  4. Veelzijdig groentegewas en koffieleverancier
  5. Arietta cichoriata - andante semplice e cantabile
  6. Therapeutische toepassingen - van de oudheid tot Rudolf Steiner
  7. Therapeutische toepassingen -
Edward Bach en de bloesemremedie Cichorei (Chicory)
  Praeambulum
  BIJLAGE 1
  BIJLAGE 2
  BIJLAGE 3
Beluister de
Uitzendingen/Podcasts
P.Munnik over kruiden
   
Woordenboek Nederlandsche Taal
Plantago PlantIndex
Letter: druk op CTRL, draai ook aan muiswiel