|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
De levensenergie van bloesems (Bach) Willow (Yellow Willow, Golden Willow, Golden Osier) – WilgBindwilg – Sálix vitellína (corr. Salix alba 'Vitellina') Tekst A.Kolen:Willow (Wilg) (38)
Uit balans:
In balans:
Dr. Bach over Willow:
De Bindwilg is een in het wild voorkomende, vruchtbare, bastaard van de Schietwilg (oudere naam: Witte Wilg, Waterwilg, evenals in het Engels: White Willow, Water Willow). Deze boom, Salix alba, is bij ons vooral bekend als knotwilg. De Bindwilg, die vanaf de 17e eeuw in cultuur is, komt meer in Engeland voor. Evenals de Schietwilg kan hij tot een grote boom uitgroeien, met vooral in de winter opvallende goudgele twijgen (ook de nieuwe uitlopers van geknotte exemplaren zijn geel). De Engelse namen voor de Bindwilg verwijzen naar dit gele winterbeeld, evenals de aanduiding 'Vitellina', wat 'geel als eidooier' betekent in het Latijn (van vita 'leven'). Wilg en willow zijn afgeleid van het Angelsaksische woord welig, dat zou duiden op saprijke buigzaamheid (vergelijk Oud-Engels wiliga 'mand') en teruggaat op een Indo-Europese wortel uel- 'winden, draaien'. Osier is een ander woord voor wilg in het Engels. Sommigen - zoals Roger Phillips, een bekend Engels auteur van plantenboeken, en de etnobotanicus Wolf-Dieter Storl - zien in salix een woord van Keltische oorsprong: uit sal 'dichtbij' en lis 'water'. De meer gangbare opvatting zoekt echter een verband met het Oud-Hoogduitse woord salaha en Oud-Engels sealh, waaruit Engels sallow is ontstaan. Sallow is een nog steeds gebruikt woord voor 'wilg' in het algemeen. De grondbetekenis van salaha en salix - het Latijnse woord voor wilg - was 'boom met grijsachtige bladeren' (de bovenkant is groen, de onderkant grijzig). De soortaanduiding alba (van Latijn albus 'wit') duidt op de lichte, zilverachtige onderkant van de bladeren. In vroeger tijden was de wilg gewijd aan de 'Witte Godin', een onheilsgodin die werd geassocieerd met onderaardse bronnen en de maan. De Griekse mythologie verbindt de wilg met de doodsgodin Persephone, met de schrikwekkende tovenares Hekate en met de najaden, de nymfen van sloten, rivieren en bronnen, die als dochters van de onderwereld de poort naar de Hades (onderwereld) bewaakten. De wilg was dus een heksenboom. Het verband tussen deze boom en heksen blijkt uit de onderling met elkaar verwante Engelse woorden wicker 'wilgentwijg', wicked 'kwaadaardig' en witch 'heks'. In het Keltische bomenalfabet vertegenwoordigt de wilg (saille) de vijfde letter, de S, en vijf was het getal van de heksengodin, die over haar rijk regeerde met een scepter gemaakt van een wilgentak. In de taal der bloemen speelt in verband met de wilg de dood, het vreugdeloze, een belangrijke rol. In het Duits zegt men wel dat iemand die wilgenbladeren draagt, aangeeft dat hij zich eenzaam en verlaten voelt. In Engeland betekent een in de hoed gestoken wilgentakje versmade liefde. En als teken van liefde wisselden gelieven bij het afscheid wilgentwijgen uit. De Schietwilg staat over het algemeen voor vrijheid. De Treurwilg symboliseert rouw, de Kruipwilg versmade liefde, de Katwilg oprechtheid, de Kraakwilg dapperheid en menslievendheid. |
|