|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De levensenergie van bloesems (Bach) De twaalf GenezersDe eerste negentien remedies vond Dr. Bach in de jaren 1928-1934. Ze werden alle met behulp van de zonnemethode gepotentieerd. De eerste drie - Maskerbloem, Reuzenbalsemien en Bosrank - vond Dr. Bach in september 1928, toen hij voor een kort verblijf in Wales was. De Maskerbloem en de Reuzenbalsemien trof hij vlakbij elkaar aan aan de oever van de rivier de Usk in de omgeving van Crickhowell (in het Brecon Beacon National Park). Enkele dagen later ontdekte hij de Bosrank, niet ver van de plaats waar hij de Maskerbloem en de Reuzenbalsemien had gevonden. Aanvankelijk (1928) prepareerde hij deze planten op dezelfde manier als zijn homeopatische nosoden. Maar sinds zijn ontdekking, in de zomer van 1930, van de zonnemethode om bloesems te prepareren, bereidde hij de tinctuur van de remedies op die manier. De eerste drie remedies
Het lijkt niet toevallig dat Dr. Bachs talrijke speurtochten in 1928 naar planten voor zijn nieuwe geneeswijze allereerst de Maskerbloem, de Reuzenbalsemien en de Bosrank opleverden. Vroeg het niet buitengewone moed (Mimulus) om alles wat hij in Londen had opgebouwd los te laten en zich geheel te wijden aan het opbouwen van zijn nieuwe geneeswijze? En vergde het niet veel geduld (Impatiens) en tegenwoordigheid van geest (Clematis) - goed geaard blijven, niet wegzweven in idealen - om op de ingeslagen weg voort te gaan? Vermeldenswaard is dat zowel de Maskerbloem als de Reuzenbalsemien oorspronkelijk niet inheems is in Groot-Brittannië. De Maskerbloem komt uit de Rocky Mountains (Noord-Amerika), de Reuzenbalsemien uit de Himalaya (Kasjmir). Nadat ze in de vorige eeuw in Engeland waren ingevoerd, ontsnapten ze uit tuinen waar ze gekweekt werden en verwilderden vervolgens. ^Naar het begin van deze pagina De volgende zeven (zie eerdere vermelding: Bosrank, bij de eerste drie remedies)
In mei 1930 verliet Dr. Bach Londen en trok naar Wales. Hij verbleef eerst in Bettws-y-Coed in het noorden, in juni en juli in het plaatsje Abersoch op het schiereiland Lleyn, waar hij zijn unieke zonnemethode om bloesems te prepareren uitwerkte en verfijnde en zijn boek "Heal Thyself" (Genees uzelf) schreef. Vandaar vertrok hij eind juli naar Cromer, een vissersplaats aan de kust van Norfolk (Oost-Engeland). Daar bleef hij tot de lente van 1931 en potentieerde hij zeven nieuwe remedies. Zes daarvan zijn gewone wilde planten, die hij langs de kant van de weg en in de velden rond Cromer aantrof. De zevende (Loodkruid) is niet inheems in Engeland en komt alleen gecultiveerd in tuinen voor. ^Naar het begin van deze pagina De volgende drie
Met het vinden van de volgende drie remedieplanten werd het fundament van Dr. Bachs nieuwe geneeswijze, de twaalf Genezers, voltooid. Ze werden op verschillende plaatsen in Engeland gevonden. De eerste van deze reeks was de Waterviolier. Deze plant trof Dr. Bach aan in de sloten in de omgeving van Lewes in East-Sussex, in juni 1931. Diezelfde maand potentieerde hij de remedie ervan voor de eerste keer. Vervolgens ontdekte hij de Gentiaan. Deze plant had hij voor het eerst zien groeien in de heuvels achter het dorpje Eweleme in Oxfordshire, in juli 1931. Het was toen nog te vroeg voor de bloei. Pas eind september van dat jaar trof hij de plant in bloei aan op de helling van een heuvel dichtbij de Pelgrimsweg (Pilgrim's Way) bij het dorpje Westerham in het noordwesten van Kent. Daar bereidde hij voor de eerste keer de remedie van deze plant. De derde in de serie, het Zonneroosje, vond hij in de zomer van 1932, in hetzelfde veld waar hij in de herfst daarvoor de Gentiaan had gevonden. R.van der Hoeden Schema's:
De twaalf helersDe eerste drie remedies
De volgende zeven(zie eerdere vermelding: Bosrank, bij de eerste drie remedies)
De volgende drie
A.Kolen
|
|