|
 |
|
Plantaardigheden.nl |
Leesmaar.nl |
|
Krachtigeplanten.nl |
Boekenrubriek met recensies van boeken over toepassingen van planten
Veldgids Paddenstoelen – plaatjeszwammen en boleten
- Auteur: Nico Dam en Thomas W. Kuyper
- Uitgever: KNNV Uitgeverij
- Uitvoering: 432 p., 14,5 x 21,5 cm, genaaid gebonden
- ISBN: 9789050114639
- Prijs: € 39,95
- Meer informatie bij de uitgever
 |
In mijn tuin groeit circa één promille van de soorten paddenstoelen die Nederland kent, het zijn er doorgaans elk jaar vijf verschillende. Daarom lijkt het niet logisch dat ik u een rondgang beloof in mijn tuin met het doel voor ogen u paddestoelen te leren kennen en nog mooier, te leren herkennen.
Een beetje rommelig is die tuin wel en er wordt hoegenaamd nooit gespit. Vandaar dat paddestoelen er kunnen groeien. Er zullen wel meer schimmels groeien maar die laten vrijwel geen zichtbare delen zien. Stiekem vraag ik me af hoeveel soorten de auteurs uit het blote hoofd zelf herkennen, als ik ze voor mezelf eens optel die ik in het veld voor de vuist weg van een juiste naam kan voorzien, ben ik bij zo’n vijftig, zestig soorten wel danig uitgepiest, als ik het überhaupt haal. Dan vinden de meeste mensen mij nog knap. |
Daarom moet ik altijd mijn eigendunk in de laagste stand terugschakelen als ik een echte veldgids ter hand neem en de schat aan kennis doorblader die daarin verzameld is. Mensen nog er eens aan toe, de auteurs beperken zich met vijfhonderd soorten tot circa tien percent van het totaal aantal van om en nabij vijfduizend die er in Nederland te vinden zijn. Doe er nog een paar bij uit het Vlaams gewest en dan wordt het aantal te kennen soorten helemaal om te duizelen. Het criterium is dus dat beperking in het aantal soorten in een veldgids het kenmerk van het ware moet worden. Hebben de auteurs zich voldoende beperkingen opgelegd voor deze gids? Nou nee dus, vijfhonderd soorten hebben ze geportretteerd met handige determineersleutels en nog waardevolle tips voor een excursie in het veld met van alles en nog wat, om alleen de plaatjeszwammen en de boleten te behandelen. Het boek weegt meer dan 950 gram, maar, schrijven de auteurs: een volgende aanvullende veldgids zou zomaar eens kunnen volgen. Ja hoor, als één veldgids negenhonderd en vijftig gram weegt, als je de herhalingen van de tips weglaat en die slechts 10% beslaat van het totaal aantal soorten dan heb voor de complete beschrijving wel een kilo of negen aan boeken in je pukkeltje zitten, want voor je jaszak is tie te groot. Op zich is dat geen probleem want als je ziet wat ze aanraden om mee te nemen op determineer strooptochten dan heb je bijna een krui- of steekwagen nodig voor het geheel. Staat wel interessant maar daar doe je het niet voor. Het gaat vanwege de aardigheid om met een koppeltje mensen op pad te zijn die eenzelfde belangstelling hebben. We hebben het wel vaker gehad over de besmettelijkheid van het “groene virus”. Ik zit stevig te zeuren, en dat zou niet mogen. Daarentegen zou ik blij moeten zijn dat er een gids is uitgebracht waarvan de foto’s goed van kleur zijn en de bulk van de specifieke kenmerken van de plaatjes- en buisjeszwammen laat zien. Daar schieten de meeste paddestoelen gidsen tekort. Ik heb wel eens in het terrein gestaan met een gidsje en waren de kleuren vrijwel allemaal schromelijk overdreven. De insteek in de beschreven soorten was ook veel kleiner al hadden ze wel een breder spectrum. Dat animeert je niet om je verder te verdiepen in de verscheidenheid aan paddenstoelen. ( Trouwens, er zou een prijsje uitgeloofd moeten worden voor een foto van een pad die op een paddenstoel zit te zonnebaden, of uitrust van een copieuze maaltijd insecten en/of slakken. Ik heb nog nooit een pad gezien op een paddenstoel.) Hierdoor wordt het wel verleidelijk gemaakt. Zelf zou ik u aanraden met een ander aardig boek van het KNNV te beginnen om op voldoende stoom te komen: Het Leven van Schimmels & Planten dat behandelt het volledige spectrum maar beperkt zich dan wel tot een aantal sleutelsoorten. Lees de recensie op de bovenstaande link voor meer details. Dan begrijp je ook waarom je voor de volledigheid je tot een beperkte groep moet bepalen en niet alles op een hoop moet gaan gooien, want dan kom je tot lijvige werken van een kilootje of tien, elf. Bij de tips aangaande het maken van foto’s zou ik er stiekem ééntje aan toe willen voegen: Neem een snippertje papier van een krakend helder wit mee in beeld, dat vergemakkelijkt later het corrigeren van de kleurtemperatuur. Later snijd je dat stukje papier maar uit beeld. Als je alleen vanwege culinaire geneugten voor paddenstoelen belangstelling hebt, dan kom je er met dit boek niet uit, want van geen enkele soort is de eetbaarheid vermeld. Dat is ook logisch want die kennis leidt alleen maar tot verhoogde stroperij. Dat wil je als liefhebber niet zo graag want dan valt er minder te bekijken. Wat let je trouwens om dat zelf uit te vogelen, begin bij de groene knolamaniet en de verzamel- en eetdrift is gelijk over. Klinkt een beetje cru, toegegeven. Er zijn mensen die graag planten uit de natuur vissen om hun tuin op te leuken, die raad ik altijd aan om met rankend helmkruid te beginnen succes overweldigend verzekert. Die kan behoorlijk de boel overwoekeren. Het animo voor herhaalde experimenten is gelijk tot op nul gedaald. Al met al is deze uitgave van de bekende kwaliteit van het KNNV, op zich al reden genoeg om de toch vrij stevige prijs te rechtvaardigen. Hobby’s kosten nu eenmaal geld, en als je de uitgaven voor inferieure gidsen bij elkaar optelt die je in doldwaze onwetendheid in het verleden hebt aangeschaft dan heb je dit er gauw voor over als je nog maar in het begin van je schimmelkenners carrière staat. Breda Paul Munnik |
|